Le roi d'Ys in Luik
Liefhebbers van Franse opera (waar ik me zelf bij reken) hebben de afgelopen weken hun hart kunnen ophalen. Er waren niet alleen rariteiten zoals Zampa en Padmâvatî te zien in Parijs. Ook dichter bij huis stond een rariteit op het programma van de Waalse Opera met Le roi d'Ys van Edouard Lalo.
De koning van de titel heeft slechts een kleine rol te spelen. Het verhaal gaat vooral over zijn twee dochters Margared en Rozenn. Ze zijn allebei verliefd op Mylio (uiteraard de tenor), maar hij verkiest Rozenn. Margared wil zich wreken en spant samen met de vijand Karnac om de sluizen te openen, waardoor de stad Ys overstroomt. Op het laatste moment krijgt ze echter wroeging en offert ze zich op door zich in het water gooien, waarna het water kalmeert dankzij de goddelijke interventie van Saint Corentin.
De enscenering van Jean-Louis Pichon is afkomstig uit Saint-Etienne. Ik weet niet of dat podium veel groter is, maar in Luik stond het in alle geval goed vol met uitgehouwen rotsen en met achteraan de sluisdeuren. Ik vond het een propere productie die alle vrijheid gaf aan de muziek. De overstroming werd door een zware stortbui uitgebeeld en het geluid dat die regen produceerde had best wat gedempt mogen worden. De enige echte blunder van de enscenering was echter de idee om in het midden van de laatste scène de muziek te stoppen om even een scènewisseling door te voeren.
De opera bestaat vooral uit duetten en koorscènes met weinig mogelijkheden voor de zangers om individueel te schitteren, wat misschien verklaart waarom deze opera zo zelden opgevoerd wordt... want de muziek is wel degelijk de moeite waard. Een van de rollen met een groot solomoment is die van Margared met "De tous cotés j'aperçois" in het begin van het tweede bedrijf. De Italiaanse Giuseppina Piunti is een ontdekking voor mij. Ze heeft een grote stem, die toch zeer gebald is en nooit overdondert, maar er gewoon ís. Die aria was het kippenvelmoment van de avond.
De andere aria en de echte 'hit' is Mylio's aubade "Vainement, ma bien-aimée". Sébastien Guèze is een lichte tenor, die deze aria en het grootste deel van de partij stijlvol zingt, inclusief mooie diminuendo's op hoge noten en een aangenaam voix mixte. Enkel voor de iets dramatischere momenten - ik denk bijvoorbeeld aan het slot van het eerste bedrijf als hij de uitdaging van Karnac aanneemt - zingt hij boven zijn kunnen.
Guylaine Girard heeft een paar jaar geleden de titelpartij van Giovanna d'Arco in Antwerpen gezongen. Ze zong een uitstekende Rozenn met als hoogtepunt het eerste duet met haar zuster "Margared, ô ma soeur". De andere kleine rollen waren ook allemaal zeer goed bezet met Werner Van Mechelen als een dreigende Karnac en Eric Martin-Bonnet meer een aftakelende dan een nobele koning van Ys.
Andere fans van het Frans repertoire kan ik enkel aanraden om zaterdag nog op de valreep naar de laatste voorstelling te gaan...
Publicatie: vrijdag 4 april 2008 om 16:50
Rubriek: Opera