Lohengrin in Gent
Opera Vlaanderen ging van start met Lohengrin in een goede productie van David Alden en gezwind gedirigeerd door de toekomstige nieuwe chef-dirigent Alejo Pérez. Maar spijtig genoeg zonder Lohengrin.
Lohengrin, Elsa (foto © Opera Vlaanderen)
Toen Zoran Todorovich een paar jaar geleden een vrij aanvaardbare Parsifal gezongen heeft, moet men gedacht hebben dat Lohengrin ook wel zou lukken. Ik weet niet wat er aan de hand is, maar zijn afscheid van de zwaan klonk al vreemd. De rest van de avond wijzigde er weinig. Is het omdat hij bijna constant met een "bocca ridente" zong dat zijn stem overdreven helder en kleurloos klonk ? Er is geen enkele baritonale basis hoorbaar, regelmatig verdwijnt zijn legato als hij de Duitse lettergrepen moet boetseren. Bij momenten klinkt het als een kinderstem... het zou grappig zijn als het niet zo treurig was.
Liene Kinca is gelukkig beter als Elsa, maar ze heeft problemen met haar topregister dat ze langs onderen benadert. Dan klinkt ze schril en lelijk, en niet altijd juist. Dat was vooral het geval in het eerste bedrijf. Het tweede bedrijf en haar confrontatie met Ortud was wel goed, maar ze eindigde weer in mineur. Iréne Theorin herinneren we ons vooral van haar overweldigende Elektra. Haar Ortrud heeft een paar grootse momenten, in het bijzonder haar verleidingsscène van Elsa. Maar er zijn ook iets teveel onzuiverheden.
Het zijn dan de lage mannenstemmen die de voorstelling moeten redden. Wilhelm Schwinghammer sprong in voor Thorsten Grümbel als Heinrich en had nog wat hoogtevrees. Vincenzo Neri was een dramatisch klinkende Heerrufer. Vorig seizoen was ik niet echt overtuigd van de Falstaff van Craig Colclough. Zijn bas-bariton is echter veel beter geschikt voor Telramund en hij was dan ook, tot mijn grote verrassing, de meest bevredigende zanger in deze bezetting.
Publicatie: zondag 23 september 2018 om 20:41
Rubriek: Opera