Il Grand' Inquisitor

Elektra in Antwerpen

Na de Munt start Opera Vlaanderen haar seizoen ook met een Strauss-opera... Elektra. Er zijn twee bezettingen voorzien. Ik hoorde gisteren een fantastische eerste bezetting in een, weliswaar bloederige, maar toch zeer geslaagde productie.


foto's © Annemie Augustijns

Op het moment dat Iréne Theorin de eerste monoloog van Elektra begint met "Agamemnon, Agamemnon, wo bist du, Vater" is het meteen duidelijk dat het een vocaal grote avond zou kunnen worden. Ze begint piano en bouwt haar frase op tot een magnifiek forte. De manier waarop ze met de dynamiek van de partij speelt, is verbluffend. Ongeacht het volume van het orkest, snijdt ze moeiteloos door de orkestklank, als een mes door boter... zelfs haar piano vindt geen weerstand.

Haar heldere klank maakt een jeugdige en frisse indruk, wat mooi past bij de rol en de visie van regisseur David Bösch. Zijn Elektra is nog altijd een jong meisje tussen kinderstoeltjes en een houten hobbelpaard. Haar angstreactie doet soms ook kinderlijk aan en ze koestert het portret van zichzelf met haar vader. Dat beeld contrasteert met het moment als ze een kettingzaag bovenhaalt om zelf haar moeder te vermoorden.

Ook Klytämnestra was uitstekend bezet met Renée Morloc. Ze zingt de rol met een grote homogene stem zonder overdadig in haar borststem te moeten duiken. Met Ausrine Stundyte was ook Chrysothemis met een grote stem bezet. Ze houdt zonder problemen gelijke tred met Theorin. Het zou me niet verbazen als ze zich over pakweg dertig jaar ook aan Elektra gaat wagen. Na Fischesser, Zeppenfeld en Jerkunica zet de Vlaamse Opera haar reeks onwaarschijnlijk goede bassen verder met Karoly Szemeredy als Orest.

Publicatie: zaterdag 20 september 2014 om 13:21
Rubriek: Opera