Il Grand' Inquisitor

Falstaff in Antwerpen

Opera Vlaanderen haalt voor de eindejaarsperiode het ultieme meesterwerk van Verdi boven. De nieuwe productie van Falstaff is interessant, maar op vocaal vlak rammelt er vanalles.


Ford, Falstaff (foto © Annemie Augustijns)

Bij de lustige vrouwtjes is Kai Rüütel als Meg Page de enige die de meubels weet te redden. Jacquelyn Wagner heeft een goede hoogte, maar haar middenstem projecteert amper, waardoor een groot deel van haar Alice in het ijle verdwijnt. Bij Iris Vermillion begint de leeftijd hoorbaar te worden met uiteen drijvende registers, maar met wel de nodige komische timing voor Quickly. Anat Edri komt dan weer te vaak in ademproblemen voor de lange zwevende frases van Nannetta.

Oorspronkelijk zou Thomas Johannes Mayer de titelrol zingen. We zullen voorlopig niet weten of hij een goede Falstaff zou geweest zijn, maar Craig Colclough is dat in alle geval niet. Zijn stem neigt meer naar een basbariton dan bariton. Dat maakt dat hij wel kan overtuigen in de dramatische momenten van zijn grote "Mondo ladro"-scène. Maar voor de lichtvoetigere momenten van bijvoorbeeld "Va, vecchio John" mist hij de lichtvoetigheid. Zijn falsetzingen is ook niet het beste wat ik al gehoord heb. Gelukkig is er Johannes Martin Kränzle die een fantastische Ford zingt en vooral als Fontana voor een psychologisch doorwrocht hoogtepunt van de avond zorgt.


Nanetta, Mrs Quickly, Meg Page, Alice Ford (foto © Annemie Augustijns)

Christoph Waltz herinneren we ons van zijn mooie Der Rosenkavalier. Ook Falstaff is een verzorgde productie geworden, in een enigszins minimalistisch decor van Dave Warren waardoor er veel plaats is voor de personenregie. Falstaff heeft weinig ridderlijke uitstraling en wordt niet afgebeeld als de zelfverzekerde charmeur. Vooral in het eerste bedrijf leken de zangers nog niet voldoende op elkaar ingespeeld, maar ik verwacht dat dit voor de latere voorstellingen wel zal verbeteren.

De voorstelling is opgevat als een theater-in-het-theater. De eerste tweeënhalf bedrijven zien we de achterkant van een theaterdoek met links en rechts een paar coulissen. Een grote tafel vol etensresten geeft de Kousenband-herberg weer. De pauze komt pas halverwege het derde bedrijf omdat dan pas dat doek zal opengaan en daarvoor moet de orkestbak omgebouwd worden.

De laatste scène begint met de hoornsolo vanop het eerste balkon. Een deel van het publiek heeft dat niet echt begrepen en blijft lustig voortbabbelen en als het doek opengaat en het bos bevolkt wordt door het orkest begint het zelfs te applaudisseren... kortom, de ragfijne en sfeervolle intro van de houtblazers wordt zo om zeep geholpen.

Publicatie: donderdag 14 december 2017 om 08:38
Rubriek: Opera