Nabucco in Luik
Negen jaar geleden maakte Paolo Arrivabeni zijn debuut in Luik met Nabucco. Ondertussen is hij de chef-dirigent en dirigeert hij opnieuw Nabucco... in een nieuwe productie van Stefano Mazzonis di Pralefera.
foto © Lorraine Wauters
Terwijl andere operahuizen de aandacht proberen te trekken met hun regisseurs, doen ze dat in Luik met niemand minder dan Leo Nucci. Hij is ondertussen al een stuk voorbij de 70, maar hij zingt nog iedereen naar huis. In tegenstelling tot Rigoletto vorig jaar, was er deze keer wel geen plaats voor een bis.
Toegegeven, de ouderdom heeft al sporen nagelaten en hij heeft niet meer de vocale autoriteit voor het eerste bedrijf. Maar wat hij wél nog allemaal doet, is bijwijlen verbluffend. Zijn gebed "Dio di Giuda" is een pareltje en dat zijn topnoten er nog altijd zijn, bewees hij met de cabaletta "O prodi miei, seguitemi" als hij de slot-la-bemol een octaafje hoger zingt dan wat Verdi voorzien had. Maar hij was op het best in zijn duet met Abigaille in het derde bedrijf: we horen een gebroken man die niet weet wat er rondom hem gebeurt.
Over Abigaille valt weinig goeds te vertellen. Verscheidene jaren geleden hebben we Virginia Tola nog gehoord als Fiordiligi of Gravin Almaviva in de Munt, nadat ze haar debuut in Luik gemaakt had als Luisa Miller. Hoe ze van die lyrische rollen bij Abigaille uitkomt, is me een raadsel. Ze heeft ondertussen wel metaal in haar stem gekweekt, maar dat is het dan ook. Haar aria "Anch'io dischiuso un giorno" was betrekkelijk mooi, maar het voorafgaand recitatief en de cabaletta "Salgo già del trono aurato" leiden haar te vaak naar haar kleurloos krijsregister.
Enrico Iori was een degelijke Zaccaria. Hij orgelt zijn bas mooi doorheen "D'Egitto là su i lidi", maar in de hoogte hij heeft te weinig slagkracht om van zijn grote aria een opwindende belevenis te maken. Bij de kleinere rollen viel de zilveren mezzo van Na'ama Goldman als Fenena op. Giulio Pelligra was een overtuigende Ismaele.
Publicatie: donderdag 27 oktober 2016 om 17:15
Rubriek: Opera