I Lombardi alla prima Crociata in Hamburg
In tegenstelling tot La battaglia di Legnano en I due Foscari, kan ik begrijpen waarom I Lombardi alla prima Crociata nauwelijks opgevoerd wordt. Het verhaal is net zo chaotisch als dat van Forza, maar I Lombardi bevat evenzeer fantastische muziek. Van de drie opera's was deze productie ook het meest geslaagd... niet in het minst door de meest homogene bezetting van de drie.
Ook regisseur David Alden heeft iets meer tijd gestoken in deze voorstelling. Het koor zit slechts in het begin van de opera even op hun zwevend balkon. De rest van de voorstelling staan ze op het podium - zonder partituur - als kruisvaarders of haremvrouwen.
Een van de uitzonderlijke momenten in deze opera is het derde bedrijf, waar Verdi halverwege een muzikaal intermezzo componeerde met een solopartij voor de viool (wat mogelijk een unicum is in het oeuvre van Verdi). Alden plaatst de violist in pitteleer op het podium, eerst voor het gesloten doek, daarna als begeleider van de scène tussen Giselda en Oronte. Vanaf dan komt de voorstelling in een stroomversnelling tot de avond eindigt met een staande ovatie.
Giselda is de prima donna, vertolkt door Elza van den Heever. We hebben haar leren kennen als Elizabeth in de Met-voorstelling van Maria Stuarda. Live maakt ze een veel betere indruk dan met digitale interventies. Haar lyrische sopraan is helder en zuiver. Ze lijkt nooit te ademen en zingt het gebed "Salve Maria" met een indrukwekkend mezza voce. Het tweede bedrijf is ze wat minder. Haar aria en vooral de cabaletta "No giusta causa non è d'Iddio" ligt een paar halve noten te hoog om echt comfortabel te zijn. Ze herpakt zich met haar visioen "Non fu sogno" in het vierde bedrijf en zingt een strijdvaardig derde bedrijf met Oronte.
Oronte is een van de twee tenorpartijen. Hij heeft ook de "hit" van de opera. "La mia letizia infondere" prijkt - bij wijze van spreken - op elke recital-CD van elke Verdi-tenor. Dimitri Pittas zingt met stijl, fraseert mooi en heeft geen problemen met de hoge noten. Voor de cabaletta "Come poteva un angelo" had ik wel iets meer squillo gewild. De andere tenor is Arvino, gezongen door Massimiliano Pisapia. Het is geen grote rol, maar het vraagt wel een spinto-tenor om de strijd aan te kunnen in de ensembles met koor. Pisapia doet dat met verve.
Pagano speelt een centrale rol in de opera. Hij is de broer van Arvino die per ongeluk hun vader vermoordt (hij wilde eigenlijk zijn broer vermoorden) en verbannen wordt. Hij leeft dan verder als heremiet... om een of andere reden in de buurt van Antiochië waar de kruisvaarders, aangevoerd door Arvino, "toevallig" passeren op weg naar Jeruzalem. De vorige keer dat ik John Relyea als Verdi-bas hoorde, vond ik zijn stem nog te licht voor dit soort rollen. Maar zijn stem is ondertussen uitgediept en aan kracht gewonnen waardoor hij een prachtige Pagano kan zingen met de nodige wraakzucht in het begin van de opera tot een vergevingsgezinde en stervende heremiet aan het einde.
Publicatie: maandag 18 november 2013 om 08:14
Rubriek: Opera