The Time of Our Singing in de Munt
In 2021 werd Kris Defoorts opera The Time of Our Singing in de Munt gecreëerd. Ik heb die toen niet gezien, maar dat gemis werd gisteren ingehaald.
David Strom (foto © Simon Van Rompay)
The Time of Our Singing is gebaseerd op de roman van Richard Powers, met een libretto van Peter van Kraaij. Het is een grootschalige familiekroniek van de familie Strom die begint in 1939. De Duits-joodse David Strom ontmoet de zwarte Amerikaanse Delia Daley tijdens het concert van Marian Anderson voor het Lincoln-standbeeld op de Mall in Washington. Ze krijgen drie kinderen: Jonah, Joey en Ruth. De opera eindigt in 1992 tegen de achtergrond van de rellen in Los Angeles nadat de vier politiemannen die Rodney King in elkaar geslagen hadden, worden vrijgesproken.
Het is een interessant onderwerp voor een opera, maar door een geschiedenis van meer dan 50 jaar in een opera van tweeëneenhalf uur te proppen verliest de opera aan focus. Uiteindelijk wordt alles verteld in twintig scènes - soms heel korte van amper een minuut - verdeeld over drie bedrijven. Dit heen-en-weer springen van het ene fragment naar het andere, vindt ook zijn weerslag in de muziek. Ook hier krijgen we amalgaam van muziekstijlen, waarbij de melodrama-stijl overdadig aanwezig is. Maar het is vooral het jazzensemble dat storend werkt. Het is zo zwaar versterkt dat de muren van de Munt bij wijlen daveren en de rest van het Kamerorkest van de Munt in de akoestische schaduw verdwijnt. De zangers zijn kansloos, afgezien van Ruth die af en toe met een microfoon over het orkest brult. Dat neemt niet weg dat er af en toe ook mooie muzikale momenten zijn, zoals het kinderkoor of het "moment dat ze samen zingen" als heel de familie rond de piano vocaliseert.
Regisseur Ted Huffman zorgt voor een goede personenregie in een kaal scènebeeld, zonder echt decor. Heel het podium is open zodat de muren van de Munt zichtbaar zijn. Op de achterwand wordt af en toe de tijdlijn geprojecteerd, of beelden van het concert van Marian Anderson of de rellen in LA. Het podium is bezaaid met tafels die een extra podium vormen en die op het einde rondgegooid worden. Na zijn magistrale Wotan afgelopen zomer zingt Simon Bailey ook een indrukwekkende David Strom met perfecte dictie en liefhebbende expressie. Het is geleden van haar Mata Hari-programma dat ik Claron McFadden nog gehoord heb. Ze zingt met een zwakke stem, maar op expressief vlak zet ze nog wel een goede Delia Daley neer. Levy Sekgapane en Peter Brathwaite zijn overtuigend als Jonah en Joey, Abigail Abraham is als Ruth de zwakste schakel in deze bezetting.
Publicatie: vrijdag 1 november 2024 om 09:40
Rubriek: Opera