Fidelio in het PSK
In het Beethovenjaar valt niet te ontsnappen aan een Fidelio. Vandaag kon het PSK dit werk van haar lijstje schrappen na de uitvoering ervan door het Zweeds Kamerorkest en het Zweeds Radiokoor onder leiding van Thomas Dausgaard.
De bezetting was ook bijna volledig Zweeds, met uitzondering van de rol van Joaquino. De Weense tenor Daniel Johannsen vertolkte deze rol. Hij behoorde ook tot het "concept" van deze semi-scenische voorstelling. De regisseur Sam Brown schrapt alle dialogen, maar zorgt ervoor dat Jaquino nieuwe teksten heeft om de context weer te geven. Zeker in het kader van een concertante opvoering is dat een verdedigbare keuze. Ik heb Johannsen tot nu toe enkel in liederen gehoord - herinner bijvoorbeeld de prachtige Schubert-CD die hij vorig jaar uitbracht - en was vooraf licht bevreesd dat zijn stem misschien zou verdwijnen in de grote zaal van het PSK. Die vrees bleek onterecht: zijn slanke tenor projecteert perfect en ook zijn spreekstem stuurt hij met kraakheldere dictie de zaal in.
Zoals gezegd, verder een volledig Zweedse bezetting. De laatste tijd lijkt het wat de gewoonte te worden om Fidelio uit te voeren met lichtere, eerder Mozartiaanse, stemmen... René Jacobs op kop. Maar hier wordt resoluut gekozen voor grote Wagnerstemmen, met in de eerste plaats Nina Stemme in de titelrol. Zij behoort zonder enige twijfel tot een van dé Brunnhildes van het moment en al die kracht en reserve blijft voelbaar, zelfs als ze in haar grote scène "Abscheulicher, wo eilst du hin" mezza voce zingt. Haar hoge noten zijn twijfelachtig, maar haar midden- en laag register zijn fenomenaal groot en warm. Het moment van de avond dat een glimlach op mijn gezicht bracht kwam halverwege het duet "O namenlose Freude" als ze even de tijd stil zet en met een magistraal messa di voce de naam "Florestan" laat oplichten.
Die Florestan was Michael Weinius, die we onder andere kennen van zijn Siegfried in Düsseldorf. Ook hier een grote stem, die ook dartel uit de hoek kan komen in "Gott, welch' Dunkel hier". John Lundgren ken ik dan weer als de menselijke Wotan uit Hamburg. Hij zingt Pizzaro met zowel een robuuste "Ha, welch' ein Augenblick" als met een verleidelijke zoetgevooisdheid om Rocco te overhalen om Florestan te vermoorden. Voor Rocco hadden ze Johan Schinkler aangezocht. Hij brengt een grappige, klassiek knorrige, Rocco. Zijn stem heeft wel wat tijd nodig om op te warmen, waardoor het legato voor "Hat man nicht auch Gold beineben" nog niet op volle toeren draaide. In vergelijking met deze schare zangers, viel Malin Christensson wat uit de toon als een zwakke Marzelline waarvan de stem nooit echt juist zit. Karl Magnus Fredriksson viel naar mijn smaak wat licht uit als Don Fernando.
Alles bij elkaar, was het een indrukwekkende voorstelling. Het blijft me echter verbazen dat BOZAR voor een dergelijke opvoering met dit kaliber aan zangers het PSK niet uitverkocht krijgt... zelfs het volledige twee balkon bleef leeg.
Publicatie: dinsdag 25 februari 2020 om 23:09
Rubriek: Opera