Hänsel und Gretel in Parijs
Het is zelden een goed idee om een opera in een poppenhuis op te voeren. Maar dat weerhield Mariame Clément er niet van om dit toch te proberen met Hänsel und Gretel... met gemengd succes.
Het poppenhuis bestaat uit vier kamers op twee verdiepingen met in het midden een gang. Vooral in een klassiek hoefijzertheater als de Palais Garnier zijn de zichtlijnen op veel plaatsen niet ideaal en de verschillende muren in het poppenhuis verengen dat zicht nog meer. Een en ander maakte dat ik van het eerste bedrijf totaal niets gezien heb en slechts de helft gehoord heb (ook de akoestiek wijzigt dramatisch in zo'n kamertjesdecor). Het tweede en derde bedrijf speelden gelukkig (af en toe) aan de andere kant van het podium.
Het was geen slecht idee om de opera te situeren in het Wenen van rond 1900. Het feit dat de familie van de bezembinder Peter in een kast van een huis woont, maakt de actie wel iets minder geloofwaardig. Maar Clément lost dit op door haar enscenering vanuit de fantasie van de kinderen te benaderen. In een van de kamers zien we twee kindjes slapen, terwijl de "echte" Hans en Grietje in een andere kamer hun dromen en nachtmerries doormaken. Er zit genoeg magie in de voorstelling, voor wie het tenminste kan zien. Zo vallen ze in slaap in een kring van teddyberen nadat ze hun gebed gezongen hebben, waarna hun ouders verschijnen als ridder en prinses. De heks duikt op uit een gigantische taart en maakt nadien een metamorfose door van heks over dubbel van Gertrud tot een diva in glitterjurk, gevolgd door dansers die met bezems een can-can dansen, waarna de heks haar "Hexenlied" met een hoge noot afsluit... applaus.
Die hoge noot is één van de weinige goede noten die Anja Silja nog heeft. Een paar jaar geleden zong ze een zielige oude priores in Düsseldorf en haar stem is er zeker niet op verbeterd. Maar als heks kan je je waarschijnlijk beter veroorloven om meer te spreken dan te zingen. De kinderen waren uitstekend bezet met een sprankelende Anne-Catherine Gillet als Gretel, zij het met een paar onverwachte krijsende uithalen. Daniela Sindram zong Hänsel met warme mezzo.
De ouders waren Wagneriaans bezet met een niet altijd even zuivere Jochen Schmeckenbecher als Peter (hij zong een paar jaar geleden o.a. Alberich in Essen). Irmgard Vilsmaier kennen we nog van haar Gertrud in Antwerpen. Haar stem heeft nog gewonnen aan kracht, waardoor het niet hoeft te verwonderen dat ze zich ondertussen op Isoldes en Brünnhildes gestort heeft.
Publicatie: dinsdag 7 mei 2013 om 08:19
Rubriek: Opera