Dialogues des Carmélites in Düsseldorf
Guy Joosten brengt dit seizoen twee nieuwe producties in de Deutsche Oper am Rhein, één daarvan is Dialogues des Carmélites. Het is een esthetisch mooie en goed leesbare productie geworden.
De mooie beelden zijn onder andere te danken aan decorbouwer Johannes Leiacker, die vooral de scène leeg laat. In de eerste scène is er wel een gigantische boekenkast, die we later half opgebrand terugzien als Blanche weerkeert naar haar ouderlijk huis. In het klooster beperkt het scènebeeld zich tot een paar banken, een zetel en bed voor Mme de Croissy, of een gigantisch kruisbeeld.
De dreiging komt in deze productie van de tussenbeelden. De schaduwen van voorbijlopende mensen worden op een podiumbreed wit scherm geprojecteerd bij elke scènewisseling. De sterke slotscène speelt zich af op een bed van verbrande houtsnippers. De karmelietessen staan samen op een paar vierkante meter, nadat eerst hun haar kort geknipt werd (door Thierry trouwens, de ex-dienaar van de familie de la Force). Bij elke slag van de guillotine valt tevens een zwart doek naar beneden tot de hele scène zwart is. Simpel en aangrijpend mooi.
De eerste helft van deze opera vind ik altijd wat traag. Het wordt meestal pas interessant nadat de nieuwe priores aangekomen is, tenzij je over een fabuleuze oude priores beschikt. Dat was hier niet echt het geval. Anja Silja is wel een halve legende, maar op een handvol noten na heeft ze geen stem meer. Daardoor is haar sterfscène vooral zielig en heeft ze niet de impact die ze zou kunnen hebben.
Een algemeen probleem met deze bezetting is ook de variabele niveaus van onverstaanbaarheid van hun Frans. De nieuwe priores, Mme Lidoine, was de uitzondering. Ik vond Sabine Hogrefe dan ook op alle gebied de ster van de avond met een krachtige stem met de nodige nuances en vastberadenheid. De stem van Jeanne Piland is sterk vergelijkbaar. Ik had graag wat meer verschil gehoord, zodat het onderscheid tussen Mère Marie en Mme Lidoine wat duidelijker zou geweest zijn.
Wat de twee meisjes betreft, had Iulia Elena Surdu aanvankelijk wat problemen met de hoge noten van Soeur Constance. Anett Fritsch was een frisse Blanche. Blanches angst, twijfel en gedrevenheid komt er wel nog niet goed uit. Ze is misschien nog iets te veel soubrette, daar waar een iets lyrischere stem waarschijnlijk wat meer mogelijkheden heeft.
Tenslotte was ik zeer tevreden over de dirigent Axel Kober. Heel de opera leidt tot die cruciale executie-scène en hij slaagt erin om alle muzikale verwijzingen ernaar tijdens de loop van de avond duidelijk te maken.
Publicatie: vrijdag 12 november 2010 om 09:42
Rubriek: Opera