Il Grand' Inquisitor

La traviata in de Munt

Tijdens het laatste seizoen van Foccroule werd de oude Traviata-productie van de Hermannen nog eens hernomen. Zes jaar later is het tijd voor een nieuwe en modernere productie. Met de enscenering van Andrea Breth wordt La traviata resoluut de 21ste eeuw ingesleurd. Is het de herinnering aan de gesneuvelde kristallen champagneglazen die verantwoordelijk was voor de hoog oplopende emoties tijdens de eerste voorstellingen ?


foto © Bernd Ulhig

De polemiek die de laatste week opflakkerde, doet me wel de wenkbrauwen fronsen nadat ik de voorstelling gisteren gezien heb. Bij het betreden van de Munt krijgt elke bezoeker zelfs een mededeling in de hand gepropt waarin de Munt zich verdedigt. Dat lijkt me een extreme maatregel die nogal belerend overkomt. Net voor de voorstelling begint, komt Peter de Caluwe zelfs nog even een preek geven, wat helemaal betuttelend overkomt. Maar misschien vonden ze dat nodig omdat er in de kerstperiode traditioneel veel occasionele operabezoekers zijn die niet vertrouwd zijn met iets modernere operaproducties.

Hetgeen Andrea Breth bedacht heeft, is nochtans niet wereldschokkend. Ze portretteert Violetta als een straathoertje dat zich opwerkt tot luxe-prostituee en uiteindelijk in de goot eindigt. Dat is helemaal niet ver gezocht. Het zou me trouwens niet verbazen dat, als iemand alle Traviata-producties van de afgelopen tien jaar zou vergelijken, een substantieel deel van die nieuwe producties een vergelijkbare interpretatie hebben.

In het eerste bedrijf bestaat de achtergrond dan wel uit vitrines met uitdagend poserende vrouwen, Annina zwalpt ladderzat over het podium. En op het feest van Flora loopt ook een dozijn schaars tot topless geklede figuranten rond en wordt een jong meisje verleid door haar gezicht vol te smeren met chocolade in afwachting dat ze rijp is om "geplukt" te worden. De koude belichting van deze twee scènes zorgt voor een zekere afstandelijke esthetica, maar ik zou deze scènes zeker niet als aanstootgevend bestempelen. De twee andere scènes - de confrontatie tussen Violetta en Germont, en Violetta's sterfscène - zijn in de grond redelijk traditioneel. Ik kan me dan ook moeilijk voorstellen dat het doorsnee-Muntpubliek door deze enscenering geschandaliseerd zou zijn.


foto © Bernd Ulhig

Een keuze die me wel stoorde, was het feit dat het koor weer verbannen werd naar de orkestbak. Na Macbeth van Warlikowski en Il trovatore van Tcherniakov, lijkt het een trend te worden om in de Munt Verdi-opera's zonder koor op te voeren. Bij een dergelijke ingreep stel ik me altijd vragen over de competentie van de regisseur. Als ze niet weten hoe ze een koor moeten regisseren, dan kunnen ze beter bij het theater blijven... Het probleem is dat daardoor verschillende replieken ongeloofwaardig worden en - misschien nog belangrijker - het klankbeeld totaal wijzigt.

Nu, dat klankbeeld stond al zwaar onder druk door dirigent Adam Fischer. De tempokeuzes voor de twee tenoraria's - "Un dì felice" en "De' miei bollenti spiriti" - waren zo traag dat niet alleen de zanger in problemen kwam, maar dat ook de interne cohesie van de aria's verdween. Die traagheid verknoeide het slot van de plattelandsscène met te lange spanningsloze pauzes. Na de pauze leek hij nog een extra valiumpje genomen te hebben. "Addio del passato" bestond uit losse akkoorden waardoor hij de spanning nooit langer dan twee seconden kon vasthouden en van enige boogvorming totaal geen sprake was. Ik heb me zelden zo geërgerd aan een dirigent, waardoor dit mogelijk één van de slechtst gedirigeerde Verdi's was die ik ooit gehoord heb.

De bezetting van de drie protagonisten was ook niet van het hoogste niveau. Scott Hendricks was nog het beste als Germont. Hij doet soms wel aan vocale overacting en offert daarbij zijn legato op aan de expressie. Het is lovenswaardig dat hij af en toe probeert mezza voce te zingen, maar dan kruipt er een lichte zweem van onstabiliteit in zijn stem. Sébastien Guèze hebben we leren kennen via zijn Mylio in de Luikse productie van Le roi d'Ys. Dat lichte Franse repertoire ligt hem veel beter dan de rol van Alfredo, dat net iets te zwaar is. Hij zit te vaak tegen zijn limiet te zingen waardoor hij aan klankschoonheid verliest en geen interpretatieruimte meer heeft. Vooral in de dramatische momenten op het feest van Flora gaat hij onderuit.

Simona Saturová heeft al een paar Mozartrollen gezongen in de Munt, weliswaar telkens in een alternatieve bezetting die ik niet gehoord heb. In deze productie maakt ze haar roldebuut als Violetta. Ze heeft met haar overwegend donker timbre wel het potentieel om ooit Violetta te zingen, maar momenteel is ze nog te monochroom om als Violetta echt te kunnen ontroeren. Op een aantal sleutelmomenten, zoals tijdens het slot van het Brindisi, projecteert haar stem dan weer niet. Haar briefscène is een zwak gefluister en het dramatische "E tardi" komt totaal niet over. "Sempre libera" was aanvaardbaar, maar mist nog de stuwing die grote Violetta's aan deze grote scène kunnen geven.

Wie deze voorstelling (nog) eens wil meemaken, kan vanaf morgen terecht op Arte LiveWeb waar de voorstelling van 15 december live te zien zal zijn en nadien nog een half jaar beschikbaar blijft...

Publicatie: vrijdag 14 december 2012 om 17:11
Rubriek: Opera