Le comte Ory in Kinepolis
Le comte Ory is een van Rossini's laatste opera's waarvoor hij uitbundig citeert uit eigen werk, vooral Il viaggio a Reims. Het is een opera die nog nooit in de New Yorkse Met opgevoerd werd en dan ook een gloednieuwe productie kreeg.
Gezien het onderwerp - graaf Ory probeert onder de rokken van gravin Adèle te geraken en verkleedt zich daarvoor achtereenvolgens als heremiet en als non terwijl alle mannen op kruistocht zijn - bestaat het gevaar dat een productie in slapstick of aangebrande grappen vervalt. Toen Jérôme Savary een paar jaar geleden deze opera regisseerde in de Opéra Comique, later hernomen in Luik, sprong hij met de beide voeten vooruit in die val.
Regisseur Bartlett Sher heeft met zijn sprankelende producties van Il barbiere di Siviglia of de musical South Pacific, ook allebei in New York, al bewezen dat hij weet om te gaan met komedie. Zijn Le comte Ory is stijlvol, alhoewel het uitgangspunt niet erg verschilt van die van Savary, namelijk een klassieke productie maken. Er is wel één verschil. Sher gebruikt de truuk van theater-in-het-theater. We zien een 19de-eeuws theater met houten podium en zicht in de coulissen, waar de opera opgevoerd wordt. Meer excuses zijn niet nodig om dan toch met mooie kostuums uit te pakken.
Een opera als Le comte Ory staat of valt met zijn zangers. De bezetting die de Met hier samengebracht heeft bereikt ongekende hoogtes, niet alleen op vocaal vlak, maar ze acteren ook redelijk geloofwaardig.
Juan Diego Florez zingt met zijn gekende stijl en gemak de rol van Ory. Hij speelt met zijn wenkbrauwen, doet gekke loopjes en dansjes als "soeur Colette", en tegelijkertijd vliegen de hoge do's vlotjes in het rond. Zijn prestatie is des te opvallender nadat hij aan gastvrouw Renée Fleming vertelde dat hij de nacht ervoor nauwelijks geslapen had... amper een half uur voor het begin van de voorstelling had hij nog geassisteerd bij de thuisbevalling van zijn eerste zoon.
Diana Damrau zong een even weergaloze Adèle. Ik vond haar Frans niet altijd even verstaanbaar in vergelijking met de rest van de bezetting en ik heb haar ook niet horen trillen, maar voor de rest is ze schitterend. Coloraturen klinken over haar hele bereik even homogeen en betekenisvol. Zelfs in de hoogte heeft ze een volle stem van warm glanzend zilver. Scenisch heeft ze de uitstraling van een koningin.
De rest van bezetting is van even hoog niveau. Joyce DiDonato zingt een stoere Isolier, een veel mannelijker page dan bijvoorbeeld Cherubino. Stéphane Degout mocht als Raimbaud de bekende ratelaria zingen. De gouverneur - in deze productie vertaald als de privéleraar van Ory - werd gezongen door Michele Pertusi met indrukwekkende (ten minste op basis van de microfoonregistratie) lage noten. Susanne Resmark tenslotte - eerder ook Mère Marie in München - was een grappige Ragonde.
Publicatie: zondag 10 april 2011 om 14:28
Rubriek: Opera