Siegfried in Essen
Gisteren was de laatste voorstelling van het operaseizoen in Essen. Op de valreep kon ik zo nog hun nieuwe productie van Siegfried zien, alhoewel die reeds in oktober in première ging. Het derde deel van de vier-regisseurs-Ring was deze keer in handen van regisseur Anselm Weber. En alhoewel de productie niet slecht was en de zangers relatief goed waren, was het weer Stefan Soltesz en zijn orkest die met de meeste eer gingen strijken omwille van Soltesz' constant boeiende lezing.
Anselm Weber doet geen storende interventies, maar heeft wel een paar originele ideeën. In de categorie "volgens het boekje" kan het eerste bedrijf ondergebracht worden. Siegfried en Mime wonen wel niet in een hut in het woud, maar eerder in een kelder met een hobbelige vloer en auto-onderdelen. In die kelder zijn wel alle nodige attributen aanwezig zoals een smidse waar Siegfried zijn Nothung kan smeden.
Bij het eerste optreden van Siegfried wordt ook het principe van de videobeelden van Bibi Abel duidelijk. Geen opdringerige beelden, maar figuratieve beelden zoals de projectie van Siegfrieds beer op de muur. Wotan wordt op dezelfde manier telkens begeleid door een vlucht geprojecteerde raven.
In het tweede bedrijf transformeren die vloerbulten zich in de schubben van de draak samen met veel rook en aangepaste belichting. Voor een zeldzame keer ziet de Fafnerscène er niet belachelijk of geforceerd uit. Webers vondst voor de woudvogel vond ik helemaal geniaal. De vogel zit opgesloten in een vogelkooi, die door Wotan achtergelaten werd zodat hij door Siegfried gevonden kan worden. Enerzijds is dit een verwijzing naar Wotan de arrangeur... net zoals hij ooit een zwaard in de boomstam ten huize van Hunding achterliet voor Siegmund. Maar anderzijds geeft dit een antwoord op een van de grote Ring-mysteries. Hoe is het te verklaren dat een of ander vogeltje zo veel weet ? Maar als die vogel deel uitmaakt van Wotans intriges, dan is dit perfect begrijpbaar.
Het laatste bedrijf stelt zo zijn eigen inherente problemen. Na de twee scènes tussen Wotan en respectievelijk Erda en Siegfried moet heel de scène omgebouwd worden naar Brünnhildes rots. Hier wordt dit opgelost door die twee eerste scènes grotendeels voor het doek te laten spelen. Met een toverbeweging laat Wotan het laatste doek opgaan en zijn we aangekomen in een asteroïdengordel. De slapende Brünnhilde komt letterlijk uit de lucht gevallen, liggend op een meteoriet... wat is een meteoor anders dan een stuk rots omgeven door vuur. 't Is weer eens wat anders, maar goed gedaan.
De Zweedse tenor Johnny van Hal omschrijft zich op zijn website als een "Jugendlicher Heldentenor". Dat van dat "jugendlich" klopt wel, "Heldentenor" al een heel stuk minder. De kleur van zijn stem is wel ongeveer juist en hij haalt min of meer ongeschonden het einde van de voorstelling (op een paar kraakjes na). Maar de handvol iets hogere noten klinken niet comfortabel en zijn laagte is niet stevig genoeg voor een Heldentenor. Dat neemt niet weg dat hij perfect op kinderlijke manier de onbevreesde idioot Siegfried speelt, maar op vocaal vlak is hij nauwelijks boeiend. Ik denk wel dat hij een goede Mime zou kunnen zijn...
Rainer Maria Röhr zong in Das Rheingold een niet al te beste Loge. Als Mime presteert hij een stuk beter. Hij heeft wel geen mooie stem, wat niet echt een vereiste is voor Mime. Wolfgang Koch was een indrukwekkende Alberich met een grote en kleurrijke stem. Kirsi Tiihonen beschikt ook over alle mogelijkheden om Brünnhilde te zingen.
In Das Rheingold hebben we al kennis kunnen maken met de Wotan van Almas Svilpa. Ik was daar toen niet echt van onder de indruk. Als de Wanderer weet hij echter wel te overtuigen. Nu heeft zijn stem wel autoriteit, alhoewel zijn kostuum daar ook wel toe bijgedragen kan hebben: een zwarte mantel vol zwarte veren als een zwarte Papageno. Maar de stem klinkt schitterend.
Met deze Siegfried werd ook mijn operaseizoen afgesloten en kan ik me beginnen voorbereiden op een festivalbezoek eind augustus...
Publicatie: zondag 18 juli 2010 om 19:55
Rubriek: Opera