Les Troyens in Amsterdam
De Nederlandse Opera herneemt haar productie van Les Troyens die dateert van het Berlioz-jaar 2003. Ik heb die toen niet gezien en heb dat gisteren goed gemaakt... en was vooral benieuwd naar de Cassandre. John Nelson dirigeerde het Nederlands Philharmonisch Orkest.
De productie is typisch Pierre Audi. Het is abstract gestileerd waarbij een aantal brede balken de rode draad zijn doorheen de productie. In het eerste deel te Troje hangen ze horizontaal en dienen ze als loopbrug voor het koor of voor Cassandre om het schouwspel te overzien. In het tweede deel in Carthago staan ze rechtop en vormen zo de skyline van een stad, die herinneringen oproepen aan de voormalige "twin towers" van New York. In het laatste bedrijf hangen ze schuin, verwaarloosd door Didon die enkel nog oog heeft voor Enée.
Dit alles wordt overgoten met veel kleur, wat mooie beelden oplevert maar toch niet kan verhullen dat het eerste deel slaapverwekkend is. In Carthago lijkt Audi zijn draai beter gevonden te hebben en heb ik me minder verveeld. Maar dat neemt niet weg dat het toch een heel lange avond is. Ik heb het gevoel dat ze deze Troyens zo volledig mogelijk wilden uitvoeren... inclusief alle divertissementen en balletten. De choreografie van die dansjes - bedacht door Amir Hosseinpour en Jonathan Lunn, en uitgevoerd door zes dansers - is niet gespeend van een gezonde dosis humor. Maar in het vierde bedrijf hadden ze wel de schaar mogen hanteren.
Met Cassandre voegt Eva-Maria Westbroek een nieuwe rol toe aan haar repertoire. Zoals verwacht, ging het Amsterdamse publiek volledig uit de bol, maar ik vraag me af waarom. Ze zingt de rol mooi, maar de Franse finesse is er (nog) niet, waardoor ze me niet kon overtuigen dat dit "haar" repertoire is.
Yvonne Naef als Didon beheerst het idioom wel en het is vooral dankzij haar dat het tweede deel gered werd met onder andere "Je vais mourir" als een magistrale apotheose. Charlotte Hellekant zong Didons zus Anna. Bij momenten lijkt de rol iets te laag te liggen voor haar... en net zoals bij de recente Iphigénie verstond ik geen letter van haar Frans.
Bryan Hymel was een heel wisselvallige Enée. In het eerste deel heeft hij nog niet veel te zingen, maar hij kwam ook daar al genepen over met een zure klank. Ook de meeste van zijn solomomenten in het tweede deel hadden ze beter geknipt. Enkel in het duet "Nuits d'ivresse" was hij aanvaardbaar. Chorèbe is ook een maatje te groot voor Jean-François Lapointe, maar met zijn gevoel voor stijl slaat hij zich er wel goed door. Om eerlijk te zijn... bij de mannelijke zangers was er slechts één die ik de moeite vond, dat was Christian Tréguier in de kleine rol van Priam.
De voorstelling wordt op 1 mei uitgezonden op NPS Opera Live van Radio 4.
Publicatie: maandag 5 april 2010 om 10:22
Rubriek: Opera