Don Carlos in Antwerpen... bis
Gisteren ben ik de Konwitschny-productie van Don Carlos in de Vlaamse Opera nog eens gaan bekijken. We zijn twee weken verder en een en ander is ten goede geëvolueerd. Het was "toevallig" ook met een andere Elisabeth.
Ik vond Karine Babajanyan - eerder ook al te horen als Cio-cio-san - een betere Elisabeth dan Susanna Branchini. Haar stem projecteert egaal over haar bereik. Ze legt meer expressie in haar stem waardoor "Oh ma chère compagne" zelfs ontroerde. Haar stem harmonieerde ook mooier met die van Marianna Tarasova in hun duet in het vierde bedrijf.
Tarasova is vocaal gezien nog altijd de meest interessante zangeres. Er waren nu zelfs al een paar flarden tekst die als Frans te herkennen waren. "O don fatale" kreeg deze keer ook een minder expressionistische vertolking wat de stijl ten goede kwam. Maar haar Sluieraria krijgt nog altijd een fado-vertolking mee.
Jean-Pierre Furlan begon zwak als Don Carlos. Hij zong zijn openingsaria "Je l'ai vue, et dans son sourire" met veel te veel vibrato en hij leek elk moment op het punt te staan om vocaal in te storten. Nadien evolueerde hij wel in gunstige zin en kon zelfs af en toe nuanceren.
Ten slotte is het ook de moeite om de "kleinere" rollen te vermelden. Zo krijgt Thorsten Büttner als Lerma de prijs voor het mooiste Frans. Zijn tenor klinkt ook heel stijlvol en doet me uitkijken naar zijn Lenski volgende maand. Jaco Huijpen probeerde vooral met veel volume angst aan te jagen als de Groot-Inquisiteur... dat kan/mag ook subtieler. Sabine Conzen was de springerige page Thibault, die me - onder meer door Konwitschny's karakterisering - deed denken aan Verdi's andere page, Oscar in Ballo. Marcel Rosca was een sonore monnik, alias Keizer Karel.
Publicatie: donderdag 4 maart 2010 om 20:37
Rubriek: Opera