Il ritorno d'Ulisse in München
De tweede zaal van de Beierse opera is het Prinzregententheater, dat als kopie van het Bayreuther Festspielhaus gebouwd werd. Deze zaal is een stuk kleiner dan het Nationaltheater en het is dan ook daar dat Monteverdi's opera Il ritorno di Ulisse in patria opgevoerd wordt.
David Alden, bekend van de redelijk geslaagde Ariodante in Antwerpen, brengt een spuuglelijke enscenering die vaak in de buurt komt van mijn irritatiedrempel. Het begint al met de proloog... is het misschien omdat Dominique Visse l'humana fragilità zingt, dat David Alden zich niet kan beheersen om hem onnozel te laten doen ?
In het eerste bedrijf bestaat het decor enkel uit een versleten parket en verder niets, waardoor de muren van de achterscene zichtbaar zijn, inclusief belichting, machinerieën en decorstukken. Voor het tweede bedrijf hebben ze wel aan een paar wanden gedacht, wat meteen al een groot verschil maakt (ook akoestisch). Maar dat neemt niet weg dat er ook nog andere "vondsten" zijn, waarvan de minst erge de oude Ulisse is die gekluisterd zit aan een rolstoel. Verder is er een tapdansende Melanto, Jupiter die omringt wordt door Playboy-bunnies (die door mevrouw Jupiter later met een jachtgeweer afgeschoten worden), Minerva die constant van kostuum wisselt van piloot over Miss Griekenland naar Grieks standbeeld, Neptunus met een bokaal goudvissen, de herder Eumete die iets met katten heeft, enz.
Maar... met een goede bezetting kan zelfs de idiootste productie gered worden (het omgekeerde is onmogelijk), en dat was hier het geval. De opkomende mezzo Vivica Genaux zingt een prachtige Penelope; ze heeft wel een heel uniek geluid, waar je even moet aan wennen. Rodney Gilfry zingt een - over het algemeen - overtuigende Ulisse, alleen in het begin is hij bij momenten wat schreeuwerig. En Toby Spence is de jongensachtige Telemaco.
Publicatie: woensdag 16 juli 2003 om 19:17
Rubriek: Opera