L'elisir d'amore in Berlijn
De verschillende voorstellingen die ik de afgelopen dagen gezien heb in Berlijn, werden allemaal geplaagd door een vervanging van deze of gene zanger. In de voorstelling van L'elisir d'amore aan de Staatsoper was dat niet anders...
Maar dit was wel de meest spijtige afzegging. De rol van Nemorino zou gezongen worden door Rolando Villazon, maar hij bleek dus "ziek" te zijn... Hij werd vervangen door Pavol Breslik, die we kennen van Cosi, en die pas later op het seizoen de rol van Nemorino zou zingen. Ik kan me voorstellen dat een zanger liever onder andere omstandigheden het podium betreedt... en niet voor een publiek waarvan de helft of zo hoopte om Villazon te horen.
Bij zijn openingsaria "Quanto è bella" leek hij alles nog onder controle te hebben, maar toen hij op het einde van het eerste duet met Adina "Chiedi all' aura lusinghiera" zijn hoge noot op dramatische wijze totaal miste, leek zijn zelfvertrouwen ook mee te verdwijnen. Daarna speelde hij de rest van de voorstelling op veilig... geen hoge noten als hij ze kon vermijden, en degene die hij niet kon vermijden zong hij met opvallend veel kopstem. Ik hield dan ook mijn hart vast voor "Una furtiva lagrima". Sommige inzetten waren aarzelend onzeker en het leek alsof hij niet durfde doorzingen en zich constant inhielt, maar geleidelijk aan groeide hij en bracht de aria tot een goed einde. Het applaus dat hij daarna kreeg, deed hem zichtbaar goed... waarna hij de rest van de voorstelling - alhoewel de opera dan al ver voorbij is - toch nog in grote stijl kon afronden.
De twee andere mannelijke zangers waren ver van perfect. Alfredo Daza (Belcore) zong het eerste bedrijf vooral met een luide stem. Voor het tweede bedrijf leek hij uitgezongen te zijn en klonk alles een stuk kleinschaliger. Echt mooi of stijlvol was het niet, en hij kwam iets te vaak in de buurt van brullen. Natale de Carolis zong op zich wel een interessante Dulcamara, maar was niet echt uitzonderlijk. Zijn openingsscène werd trouwens gekenmerkt door een incident met de dirigent Gustavo Dudamel nadat die een te late inzet had gegeven, waardoor het begin van "Benefattor degl' uomini" een rommel van jewelste was. Tijdens die aria loopt Dulcamara over een smalle brug tussen het orkest en het publiek terwijl hij snoepjes of zo iets in het publiek gooit... en hij gooide er ook zo een naar het hoofd van de dirigent... geen echt professioneel gedrag.
De enige waar ik wel over de volledige lijn tevreden over was, was Anna Samuil in de rol van Adina. Vooral haar "Prendi, per me sei libero" was prachtig gekarakteriseerd, met zelfs een mooi messa di voce om mee te beginnen. Volgend jaar is ze nog in aantal rollen te horen in Berlijn (o.a. Fiordiligi, Violetta en Alice Ford) en dat zou best de moeite kunnen zijn.
Over de enscenering van Percy Adlon kan ik kort zijn. Het stalen decor met witte geschilderde bergen doet heel koel aan. Hij is tevens naar Bergamo getrokken om inspiratie op te doen, en hij is teruggekomen met het idee om het koor met carnavalmaskers en feesthoedjes uit te rusten. Het acteerwerk van de koorleden is in het beste geval klungelig te noemen, maar meestal gewoon belachelijk. Tijdens sommige aria's vult hij de achtergrond op met allerlei "leuke" vondsten... zoals mensen die met een brancard rondlopen of die met een tot ligfiets omgebouwde badkuip rondfietsen. Echt grappig of boeiend was het allemaal niet.
Publicatie: dinsdag 25 april 2006 om 14:58
Rubriek: Opera