Il Grand' Inquisitor

L'equivoco stravagante in Berlijn

L'equivoco stravagante is een vroeg werk van Rossini. Hij schreeft dit "dramma giocoso" in 1811 voor Bologna. De Deutsche Oper herneemt nu hun productie uit 2004 met Alberto Zedda als dirigent.

De opera is een typische komische opera waarvan je de synopsis drie keer moet lezen eer je het begrijpt. Maar in het kort... Ermanno is verliefd op Ernestina en probeert daarom binnen te geraken in het huis waar ze woont. Haar vader Gamberotto probeert haar echter uit te huwelijken aan de rijke Buralicchio. Maar met de hulp van Gamberotto's kamerdienaar Frontino en de meid Rosalia slaagt hij erin Ernestina's hart te veroveren en Buralicchio buitenspel te zetten. Het zou me te ver leiden om de intriges uit de doeken te doen om dit resultaat te komen, maar er is o.a. een vervalste brief bij betrokken. Het zal duidelijk zijn dat de plot vaag doet denken aan die van de latere Barbier... met hilarische situaties en niet altijd even subtiele dialogen, maar wel zeer amusant.

Bruno Pratico had de rol van Gamberotto moeten zingen, maar hij was ziek. Er blijken slechts zes andere zangers op de wereld te zijn die deze rol in hun repertoire hebben, maar geen enkele was beschikbaar. Maar gelukkig kende Zedda de jonge Italiaanse bas Bruno Taddia, wiens "specialiteit" het is om snel rollen in te studeren... vorige dinsdag kreeg hij de partituur doorgefaxt. Hij gaf een indrukwekkende vertoning, met veel overdreven gebaren - de rol doet een beetje denken aan Don Magnifico - en zonder over zijn tong te struikelen in de Rossiniaanse capriolen.

Hij liep wel constant met de partituur rond, maar dat was niet zo'n probleem aangezien het een semi-scenische opvoering was - ze noemden het een "szenische Einrichtung" - van Gerlinde Pelkowski. Het orkest zat achteraan op het podium voor een gigantisch geschilderd doek met de achterzijde van het Schloß Charlottenburg, dat op een boogscheut van de Deutsche Oper ligt. Daarrond werd de opera opgevoerd, met een paar rekwisieten, een sofa, een stoel, ... De zangers waren allemaal gekleed in zwarte kostuums. Enkel Ernestina kreeg drie verschillende jurken aangemeten.

De Russische alt Marina Prudenskaja zong deze rol met een warme, diepe en donkere stem... stel je een jonge versie van Ewa Podles voor. Ernestina doet qua karakter denken aan Angelina en ook muzikaal hangt er al een Cenerentola-sfeertje rond haar. Marco Vinco zong een macho-Buralicchio. Ik zou zijn stem kunnen omschrijven als een buffo coloratuur-bariton. De loopjes en vocale effectjes die hij produceert, zou je eigenlijk zelf moeten kunnen horen om het te geloven.

Antonino Siragusa kennen we van de concertante La sonnambula in het PSK (en volgend seizoen zingt hij in I puritani). Ik was zeer onder de indruk van zijn stijlvolle Ermanno. Op het coloratuurvlak kan je hem vergelijken met Florez, maar zijn stem is een stuk mooier en zoetgevooisder. Hij zing ook alle denkbare hoge noten, alhoewel met iets minder uitstraling dan Florez. Dit werd allemaal duidelijk voorgesteld tijdens zijn grote aria "Sento da mille furie". Maar het is zijn mezza voce dat verbazingwekkend is. De cavatina "D'un tenero ardore" is minder spectaculair dan die twijfelaria, maar des te ontroerender. Ik kijk nu al uit naar zijn Arturo in het PSK.

Publicatie: zondag 23 april 2006 om 09:03
Rubriek: Opera