Maria Stuarda in Antwerpen
Het ziet ernaar uit dat de concertante opera's de hoogtepunten van het Vlaamse Operaseizoen gaan worden. Nabucco was eerder al een voltreffer van formaat. Maria Stuarda haalt wel niet hetzelfde niveau, maar is toch zeer genietbaar. De voorstelling ging door in de Roma - een ex-cinemazaal in Borgerhout die een verrassend aangename akoestiek blijkt te hebben - met nog maar eens Silvio Varviso als dirigent.
Darina Takova had de titelrol moeten zingen, maar wegens ziekte werd die taak overgenomen door Majella Cullagh. Maria Stuarda blijkt duidelijk in haar repertoire te zitten, aangezien ze nauwelijks een blik op de partituur hoeft te werpen... maar dat maakt haar nog geen goede Maria Stuarda. Ze overarticuleert, waardoor haar stem gespannen klonk met een lelijke nasale basisklank. Ik had nooit een goed gevoel bij haar zanglijnen. Haar aria "Quando di luce rosea" uit het derde bedrijf was zelfs bijna volledig naast de toon met een hoop zure klanken. Pas na haar gebed lijkt ze wat te ontspannen en dat komt ook haar stem ten goede. "D'un cor che muore" was veel beter dan al de rest wat ze tot dan toe gezongen had, waardoor ze met "Ah ! Se un giorno da queste ritorte" toch nog in relatieve schoonheid afscheid kon nemen.
De andere koningin - Elisabetta - werd gezongen door Marie-Ange Todorovitch en daar is amper iets op aan te merken. Haar stem lijkt elke keer ik ze hoor weer steviger geworden te zijn. Ze kan beroep doen op heel veel vocale kleuren en legt ook zinnige klemtonen en kleurschakeringen wanneer het moet. Eric Cutler is op vocaal vlak een quasi-perfecte Leicester. Zijn gecultiveerde tenorstem zit goed en hij zingt met alle gemak al zijn aria's en duetten, wat op zich al voldoende zou kunnen zijn. Maar desalniettemin laat hij mij koud en kan ik niet meevoelen met zijn emoties... op geen enkel moment kreeg ik inzage in wat hij/Leicester nu wil of waarom hij Maria Stuarda wil redden.
Publicatie: woensdag 5 april 2006 om 17:52
Rubriek: Opera