Il Grand' Inquisitor

Siegfried in Bayreuth

In Siegfried probeert regisseur Valentin Schwarz zich uit zijn zelfgecreëerde problemen te worstelen.


Mime, Der Wanderer

Na Die Walküre maken we een tijdsprong van een paar decennia: "Jahrzehnte später – Die Freuden der Erziehung" zoals hij het eerste bedrijf noemde. Mime en Siegfried wonen nu in Villa Wotan in de kelder waar eerder Sieglinde en Hunding woonden. Mime omringt Siegfried met allerlei poppen, inclusief een pop van Sieglinde. Siegfried komt binnengewaaid met een fles vodka. Het is zijn verjaardag en het eerste cadeau is een speelgoedzwaard, dat hij uiteraard meteen in twee breekt. Mime loopt met een kruk - hij is ook een paar decennia ouder geworden - al heeft hij die niet echt nodig: hij loopt vlot de trappen op en af en springt op stoelen zonder kruk.

Der Wanderer verschijnt ook met een cadeau voor Siegfried. Na de derde vraag breekt hij Mimes kruk. Mime probeert Siegfried bang te maken door te verwijzen naar de donkere wouden. Als dat niet lukt, dan probeert hij dat door hem wat Playboy-centerfolds te tonen. Dat lukt uiteraard ook niet, dus gaat Mime ermee naar boven voor een masturbeersessie. Ondertussen pakt Siegfried het geschenk van zijn vader uit: een kruk. Na wat klop- en slijpwerk trekt hij uit de kruk... een zwaard ! Of zoals Anna Russell het zou zeggen: "I'm not making this up, you know". Na twee opera's is Schwarz blijkbaar toch tot het besef gekomen dat een Ring zonder zwaard niet helemaal werkt, waarmee hij zijn hele concept eigenhandig onderuithaalt.

Neidhöhle - "Bei Fafner – Patriarchendämmerung" - bevindt zich in de living van Villa Wotan. Fafner is ook zwaar verouderd en ligt op zijn ziekbed waar hij verzorgd wordt door de Woudvogel-verpleegster. Veel "Fürchten" valt daar niet te leren. Hij dreigt nog wat door de Woudvogel te bepotelen... waarna ze door Siegfried getroost wordt met een koude hap afhaalnoedels. De jonge Hagen, alias het Rijngoud en de ring, is ondertussen ook volwassen geworden. Hij draagt nog altijd een gele polo en heeft zijn korte blauwe broek ingeruild voor een lange broek, de Rubiks kubus hangt rond zijn nek.

De strijd tussen Siegfried en Fafner loopt op een sisser af. Siegfried stampt zijn rollator weg, Fafner valt neer en krijgt een hartaanval. Wotan had zich heel het gedoe kunnen besparen om een Wälsung-tweeling te creëren en een onbevreesde held voort te brengen. De Woudvogel haalt een boksbeugel uit Fafners kamerjas (hij had er in Rheingold Fasolt mee gedood). Hagen doet de blinkende boksbeugel aan, waardoor er plotseling toch iets als een ring is. Na twee opera's is Schwarz blijkbaar toch tot het besef gekomen dat een Ring zonder ring niet helemaal werkt, waarmee hij zijn hele concept eigenhandig onderuithaalt.

In het derde bedrijf - "Nach Fafners Tod – Generationswechsel" - zijn we nog altijd in dezelfde woonkamer, al hebben ze tijdens de pauze het decor 180 graden gedraaid. De scène tussen Wotan en Erda is zowat de saaiste van de hele cyclus - zeker zonder boventitels - en had gerust geknipt kunnen worden. Siegfried en Hagen confronteren Wotan: Siegfried slaat met zijn zwaard het pistool uit Wotans hand, Hagen raapt het op en wil er Wotan mee neerschieten, maar Wotan had er de kogels uitgehaald.

In de kamer ernaast, vindt Siegfried Brünnhilde en Grane. Brünnhilde lijkt de enige te zijn die niet verouderd is. Haar gezicht is volledig omwikkeld met windels: plastische chirurgie is blijkbaar de oplossing van Schwarz om walkures jong te houden. Haar stoere lederen kleding is vervangen door een flodderjurk: het kostuum van Gwyneth Jones in de Chéreau-Ring (tenminste een kopie ervan, het origineel is te zien in het Richard Wagner-museum bij Villa Wahnfried). Brünnhilde wordt nog wat heen en weer getrokken tussen Grane en Siegfried, maar voor de rest eindigt de derde Ring-opera vrij normaal.

Catherine Foster was terug in goeden doen voor haar relatief kort optreden als Brünnhilde. Ya-Chung Huang hadden we al kort gehoord in Das Rheingold, hij zingt een uitstekende Mime zonder de gebruikelijke vocale karaktertenortics. Tobias Kehrer gromt heerlijk met de keldernoten van Fafner. Victoria Randem is totaal onverstaanbaar, maar haar Waldvogel-sopraan klinkt mooi.

De grote vraag die ik me vooraf stelde was hoe Klaus Florian Vogt het ervan af zou brengen als Siegfried. De vorige twee jaren heb ik hem nog in München gehoord: zijn Lohengrin vond ik nog altijd fantastisch goed, zijn Tannhäuser was minder overtuigend. Nu, tenminste de jonge Siegfried blijkt goed te passen bij het unieke timbre van Vogt. Hij is niet alleen onvermoeibaar tot het einde, maar ook het dramatische "Schmiedelied" blijkt geen probleem te zijn. Daarenboven is zijn tekstverstaanbaarheid exemplarisch. Afwachten hoe hij het er als de oude Siegfried vanaf zal brengen.

Publicatie: woensdag 30 juli 2025 om 10:14
Rubriek: Opera