Il Grand' Inquisitor

Siegfried in Dortmund

Voor het tweede deel van de Konwitschny-Ring is Johannes Leiacker de decorontwerper van dienst.


Siegfried, Brünnhilde (foto © Thomas Jauk)

Leiacker gebruikt grote witte wooncontainers, voor elk bedrijf één, die telkens doorgeschoven worden. In de eerste container wonen Siegfried en Mime, de tweede is Neidhöhle waar Fafner in een gouden bad ligt te soezen omgeven door gouden muren met de Waldvogel als dienstmeisje, en in de derde ligt Erda te slapen in een diepvries (waarvan Wotan de stekker uittrekt na hun scène). Na het intermezzo achter gesloten doek blijft een volledige leeg podium over waarop Brünnhilde ligt te slapen.

Alhoewel het de bedoeling is dat elk Ring-deel een andere enscenering krijgt, herneemt Konwitschny toch een paar elementen uit Die Walküre. De voorstelling begint weer met het afzagen van een boomtak, en de zes harpen staan weer te blinken op parterre-niveau naast de orkestbak. Siegfried wordt neergezet als een naïeve onnozelaar die onverschrokken met een beer thuiskomt. Wotan heeft als Wanderer zijn smoking ingeruild voor een jogging, leren vest met opgerolde mouwen en een pet... hij heeft nu wel een speer bij. Alberich loopt daarentegen wel rond in pitteleer, al lijkt hij een zware nacht gehad te hebben.

Dat Siegfried vaak als het scherzo van de cyclus beschouwd wordt, zet Konwitschny in de verf na het Waldweben. Siegfried probeert eerst op een afvoerbuis te blazen om met de vogels te communiceren, maar als hij in de orkestbak kijkt (Konwitschny laat hem wel vaker de vierde muur doorbreken) en "Das tönt nicht recht" zingt, weerklinkt er protest vanuit de orkestbak. De echte hoornist komt dan op het podium om de hoornscène te spelen terwijl Siegfried daar visueel commentaar op geeft. Grappig gedaan, met spontaan applaus van het publiek... Wagnerianen vinden het ongetwijfeld heiligschennis.

De bezetting is iets wisselvalliger dan die van Die Walküre, al is Stéphanie Müther weer een schitterende Brünnhilde met een mooi gezongen ontwaking en een duet met Siegfried zonder gekrijs. Daniel Frank wordt beter met de avond. In het eerste bedrijf kon hij mij nog niet overuigen met een stem waarvan bepaalde noten onvoldoende dragen, maar vanaf het tweede bedrijf is hij een uitstekende Siegfried. Thomas Johannes Mayer kent als Wotan een vergelijkbare evolutie, zwak in de raadselscène met Mime, maar dominant in de scène met Alberich.

De twee Nibelungen zijn sterk bezet met Matthias Wohlbrecht die een traditionele invulling geeft aan Mime met allerlei venijnige stemmetjes, en met een indrukwekkende Morgan Moody als Alberich. Denis Velev moet als Fafner het grootste deel vanuit een gesloten container zingen en werd dan ook versterkt. Rinnat Moriah zong de Waldvogel met een frisse sopraan, terwijl Melissa Zgouridi een indrukwekkende diepte geeft aan Erda.

Publicatie: zondag 1 juni 2025 om 08:55
Rubriek: Opera