Il Grand' Inquisitor

Die Walküre in Dortmund

De opera van Dortmund heeft de afgelopen seizoenen een nieuwe Ring des Nibelungen opgebouwd. Eerder deze maand werd de volledige cyclus een eerste keer uitgevoerd op vier opeenvolgende dagen, en nu een tweede keer gespreid over twee weekends te beginnen met... Die Walküre.


Brünnhilde (foto © Thomas Jauk)

Ze hebben de regie-opdracht gegeven aan Peter Konwitschny met als opgave om vier op zichzelf staande producties te maken. Op zich is dat niet zo uitzonderlijk: denk aan het oorspronkelijk plan van Castellucci in de Munt, de Castorf-Ring in Bayreuth, of de Ring met vier regisseurs in Essen. In Dortmund werden wel vier decor- en kostuumontwerpers geëngageerd om zo een verschillend scènebeeld te ontwerpen. En aangezien elke opera toch op zich staat, kan de volledige Ring in een willekeurige volgorde bekeken worden... waarbij dan even voorbijgegaan wordt aan de muzikale ontwikkeling van bijvoorbeeld de leidmotieven doorheen de vier opera's. In deze cyclus komt Rheingold tussen Siegfried en Götterdämmerung.

Konwitschny ziet de Ring als de geschiedenis van onze westerse beschaving waarbij de natuur geweld aangedaan wordt... wat dan weer de "ecologische Ring" van Robert Carsen in Keulen in herinnering brengt. Aan het begin van Die Walküre zien we een bebladerde boomtak door het gordijn steken, die afgezaagd wordt en verdwijnt. Daarna krijgen we een geënsceneerde ouverture waarin Hunding en zijn trawanten Siegmund belagen. Een groezelige woonkamer met keukenhoek wordt het podium opgeduwd, waarin de rest van het eerste bedrijf zich afspeelt. Het decor is van de hand van Frank Philipp Schlössmann. Voor het tweede bedrijf zien we een woonkamer ten huize van Wotan, vier keer groter en uiteraard veel luxueuzer met dezelfde indeling. Voor het derde bedrijf wordt het allemaal nog wat uitvergroot.

Het eerste bedrijf is vrij traditioneel, maar Konwitschny voegt wel een paar extra ideeën toe. Zo kussen Siegmund en Sieglinde elkaar al nog voor Hunding thuiskomt. Notung hangt als een zwaard van Damocles boven het koppel. Wotan, gekleed in smoking, verschijnt met een vouwladder om het koppel te helpen het zwaard uit zijn huls te halen. Opmerkelijk is dat het Sieglinde is die het zwaard neemt. Aangezien zij ook een Wälsung is, is dat niet zo ver gezocht. Het tweede bedrijf begint vrolijk en speels met Wotan en Brünnhilde (in een blauw-witte matrozenjurk, net zoals later de andere walkures) die met een kartonnen zwaard en speer spelen. De zaak wordt terug serieus als Fricka, begeleid door twee advocaten, Wotan terecht komt wijzen.

De walkurenrit zorgt ook voor een komisch moment, met paardenkoppen die boven het podium verschijnen terwijl paardengehinnik door de luidsprekers weerklinkt. De walkures spelen en dansen met zwarte poppen, die de gevallen helden moeten voorstellen. Brünnhilde verbergt zich nog even onder de stapel poppen, maar Wotan vernedert haar door lippenstift op haar gezicht te smeren, een lelijke pruik op te zetten en een keukenschort voor te binden... zodat ze voor gelijk wie te grijpen is. Haar rots wordt een plat wagentje dat over de orkestbak gereden wordt, waarna het vuur aangestoken wordt: aan weerszijden van de orkestbak worden in totaal zes harpen onthuld die Loges vuur muzikaal uitbeelden, een prachtige vondst.

Scenisch is dit een zeer geslaagde Walküre, en ook op muzikaal vlak valt er veel te genieten onder de muzikale leiding van Gabriel Feltz. In de eerste plaats is er de Brünnhilde van Stéphanie Müther. Het moet geleden zijn van toen ik Catherine Foster de eerste keer hoorde, dat ik nog zo'n mooi én moeiteloos gezongen Brünnhilde gehoord heb. Met Tomasz Konieczny hebben ze een doorwinterde Wotan. Zijn Duits is wat geaccenteerd, maar hij zingt met veel beet en expressie. Ik heb wel al boeiendere uitvoeringen van de Wotan-monoloog gehoord... die hij trouwens buiten het decor zingt, rechtstreeks gericht aan het publiek in plaats van aan Brünnhilde (ongetwijfeld om ons even in twee woorden te vertellen wat er in Rheingold gebeurd is).

Kai Rüütel-Pajula domineert als Fricka de scène met Wotan, een van de sterkste momenten van de hele avond. Barbara Senator was als Sieglinde de zwakke schakel in deze bezetting. Ze zingt met een mooie kleur, maar heeft moeite om over het orkest te geraken. Dat probleem heeft haar Siegmund niet, al heeft Viktor Antipenko wel een dipje na "Winterstürme". Maar voor de rest zingt hij met veel klaroengeschal. Denis Velev is tenslotte een goed zwart-klinkende Hunding... die voor de verandering trouwens eens het tweede bedrijf overleeft.

Publicatie: vrijdag 30 mei 2025 om 09:52
Rubriek: Opera