Il Grand' Inquisitor

Káta Kabanová in Luik

Na jaren van overwegend Italiaans-Franse seizoenen, begint de Luiks opera nu toch ook ander repertoire te verkennen. Na Rusalka vorig seizoen, spelen ze nu Janaceks Káta Kabanová... je zou bijna aan een Tsjechische reeks kunnen beginnen denken.


Tichon, Katá (foto © J. Berger)

De enscenering van Aurore Fattier liet echter wel veel te wensen over. Volgens het programmaboek wil ze een "eco-feministische" lezing van de opera geven. Het is me niet duidelijk wat ze daar juist mee bedoelt, of in welke mate de klimaatcrisis relevant zou zijn in deze opera. Het scènebeeld zou geïnspireerd zijn op een schilderij van Boris Koestodiev: een grasveld met centraal een waterpoel en links een houten terras van een café, op de achterwand worden vooraf opgenomen video-closeups geprojecteerd, die min of meer overeenkomen met wat er op dat moment op het podium gebeurt.

Er wordt gelukkig wel redelijk goed gezongen. Al was Anush Hovhannisyan wel nogal wisselvallig in de titelrol. Ze komt traag op gang, kent een paar goede momenten, maar zakt dan vocaal weer weg. Na zijn Siegfried in de Munt had ik relatief hoge verwachtingen voor Magnus Vigilius, maar zijn Tichon is kleurloos met weinig passie. Anton Rositskiy is daarentegen wel een goede Boris, die ook onder de sloef van zijn moeder lijkt te liggen. Nino Surguladze zingt een dramatische Kabanicha, en ook de Dikoj is met Dmitry Cheblykov stevig bezet. Jana Kurucová en Alexey Dolgov vormen een leuk jong koppel... maar waarom Vana Kudrjás als een blinde geportretteerd moet worden, blijft me ook een raadsel. Het zal wel eco-feministisch zijn, zeker ?

Publicatie: woensdag 23 oktober 2024 om 17:17
Rubriek: Opera