Il Grand' Inquisitor

Graham Johnson in deSingel (2/2)

Het tweede recital van Graham Johnson bestreek een grotere periode van de Liedkunst. Na het Italienisches Liederbuch gisteren, stonden vandaag liederen en duetten van verschillende Duitse componisten op het programma... en om een of andere reden werden daar nog drie liederen van Britten aan toegevoegd. Elk groepje liederen werd kort ingeleid door Graham Johnson. Hij ontrafelde op die manier de rode draad doorheen het recital, dat opgebouwd was rond afscheid en nostalgie. Maar zijn uitleg voor de aanwezigheid van Britten - die wilde ooit gaan studeren bij Alban Berg in Wenen, maar mocht niet van zijn ouders - vond ik niet echt overtuigend.

De jonge Liedzangers waren de sopraan Adréana Kraschewski en de mezzo Daniela Lehner. Ze zongen elk een liedcyclus. Lehner zong de Gedichte der Königin Maria Stuart van Schumann en Kraschewski de Sieben frühe Lieder van Berg. Beide liedcycli werden geflankeerd door liederen en duetten van Mendelssohn, Schumann, Brahms en Britten.

In vergelijking met de zangers gisteren, lag het niveau van de zangeressen van vandaag tussen dat van Teuscher en Patzke. Ze hebben allebei behoorlijk wat potentieel, maar er is nog wel wat werk te doen. Bij Adréana Kraschewski had ik constant een beklemmend gevoel, dat ik in eerste instantie aan zenuwachtigheid weet. Maar dat gevoel ging spijtig genoeg nooit echt weg. Vooral in de hoogte was het merkbaar dat ze zich zonder veel voorbereiding naar een noot toewierp. Maar afgezien daarvan heeft ze een relatief grote stem, die in de duetten domineerde.

Daniela Lehner is de jongste van de twee (24 jaar) maar ze geeft een veel rustigere indruk en heeft een uitstraling die bij een liedrecital past. Bij haar zijn het vooral de lage noten die een probleem zijn. Ze slaagt er niet in om een goede mengeling te maken met haar afwezige borststem, waardoor die noten niet echt dragen. Hier en daar zijn er nog wat legato-foutjes, maar die zijn waarschijnlijk gemakkelijker glad te strijken.

Ze klinken allebei vooral goed als ze kunnen doorzingen in forte. Ze zingen weliswaar ook op lagere volumes iets dat op piano lijkt... maar op geen enkel moment heb ik een echt dragende, stemhebbende mezza voce gehoord. Spijtig, want het versterkt enkel de mythe dat liedzangeres niet over minstens dezelfde vocale kwaliteiten moeten beschikken als operazangers (in geval dat dat onderscheid al gemaakt zou moeten worden).

Zoals gezegd, hebben ze zeker de mogelijkheden en op interpretatief vlak toont vooral Daniela Lehner dat ze iets te zeggen heeft. Haar interpretatie van de Gedichte der Königin Maria Stuart was zelfs ontroerend, ondanks haar eendimensionale aanpak waarbij vooral de droevige dimensie primeerde. Maar ze zal daarin wel groeien.

Alles bij elkaar vond ik het recital van gisteren iets geslaagder. Maar dat heeft misschien ook te maken met het feit dat Hugo Wolf bij mij in een hogere schuif ligt dan de componisten die vandaag te horen waren... met uitzondering van Schumann, die op hetzelfde niveau staat.

Publicatie: vrijdag 21 januari 2005 om 23:13
Rubriek: Liedrecital