De speler in Antwerpen
Opera Vlaanderen sluit het seizoen af met Prokofievs De speler, een opera die in de categorie "rariteiten" valt. Voor mij was het in alle geval de eerste keer dat ik deze opera hoorde.
Polina, Aleksej (foto © Annemie Augustijns)
De speler - de gebruikelijke Engelse vertaling "The gambler" dekt eigenlijk beter de lading - is gebaseerd op een roman van Dostojevski en gaat over een Generaal en zijn dochter Polina die zware schulden hebben bij een Markies. Aan de roulettetafel proberen ze hun kapitaal aan te dikken, maar ze verliezen alles. Dan hopen ze op het overlijden van de schatrijke groottante, Babulenka, en haar nalatenschap. Springlevend duikt ze echter ook op in het casino en ze vergokt ook haar fortuin. Aleksej is de huisleraar van de Generaal - hij is uiteraard verliefd op Polina - en hij wint wél een fortuin met de roulette. Rossini zou er ongetwijfeld een opera buffa van gemaakt hebben.
Bij Prokofiev valt er weinig te lachen, net zoals in de regie van Karin Henkel, die haar operadebuut maakt. Haar productie voelt heel erg Tcherniakov aan... oftewel, men neme een opera, men neme een ander verhaal en men wringt dat verhaal in de opera. In dit geval lijkt het een vooral een soap opera geworden te zijn. Alles speelt zich af in een hotelkamer, Aleksej en Polina lijken getrouwd te zijn en hebben ook twee kinderen en maken constant ruzie. Een roulettetafel is nooit te zien, tenzij tijdens een film op het scherm van de hotel-tv.
Nu, los daarvan, is het op zich wel een goede enscenering. Dostojevski's roman is vrij autobiografisch - hij had bijvoorbeeld ook een gokverslaving - en het is vooral dat aspect dat Henkel in de verf wil zetten. Zo voegt ze een dubbelganger van Aleksej toe aan de actie, die af en toe epileptische aanvallen heeft, net zoals Dostojevski. Een van de betere vondsten vond ik daarentegen wel hoe Aleksej (de dubbelganger) na elke spelwinst een container speelfiches over zicht uitgestort kreeg. Een paar verblindende lichteffecten waren dan weer minder geslaagd.
Daarenboven, leidde Dmitri Jurowski een uitstekende bezetting. In de eerste plaats was er Eric Halfvarson, die met een grote en homogene bas de Generaal gestalte gaf. Na een paar opwarmmomenten, zong Ladislav Elgr een indrukwekkende Aleksej waarbij zijn Slavisch geluid veel beter tot zijn recht kwam dan bijvoorbeeld als Erik vorig seizoen. Anna Nechaeva kennen we van de Rachmaninov-Troika in de Munt en was nu een overtuigende Polina. Een karakterrol als Babulenka ligt Renée Morloc een stuk beter dan bijvoorbeeld haar recente Fricka.
Publicatie: vrijdag 29 juni 2018 om 12:34
Rubriek: Opera