La favorite in Luik
Donizetti's La favorite behoort niet echt tot het ijzeren repertoire. Maar na de voorstelling bij het Beierse operafestival is het wel uitzonderlijk om in hetzelfde jaar een tweede productie mee te maken. Maar net zoals de Münchense liet ook de Luikse productie te wensen over.
Fernand, Alphonse XI, Léonor (foto © Lorraine Wauters)
Het is trouwens al de tweede Luikse productie van La favorite deze eeuw. Maar in 2001 hadden we met Béatrice Uria-Monzon, Jean-Luc Viala en een fantastische Ludovic Tézier nog een volledig Franstalige bezetting. Deze keer hadden ze, met uitzondering van de Brusselse Cécile Lastchenko als Inès, een volledig Italiaans-Spaanse bezetting geëngageerd... waarvan de ene al een belabberdere Franse uitspraak had dan de andere. Je vraagt je dan af waarom ze niet gewoon de Italiaanse versie gekozen hebben.
Het ergste was Ugo Guagliardo. Daarenboven beschikt hij niet over de lage noten voor de rol van Balthazar. Maar het was Mario Cassi die het meest ontgoochelde. Zijn Alphonse XI is zeer vermoeiend. Op geen enkel moment hoor je een natuurlijke toonproductie. "Léonore, viens, j'abandonne" was hard labeur. Na een half uur zat ik met plaatsvervangende uitputting. De twee andere hoofdrollen waren gelukkig beter. Celso Albelo is een goede Fernand met stevige topnoten in "Un ange, une femme inconnue", maar hij was interpretatief niet altijd even boeiend. Zijn "Ange si pur" was dan weer meer gezongen met een Italiaanse dan een Franse stijl. Het is een eeuwigheid geleken dat ik Sonia Ganassi nog gehoord heb. Ze zingt een mooie Léonor met een doorleefde "O mon Fernand".
De regie was in handen van Rosetta Cucchi, die vorige maand nog een heel realistische Risurrezione in Wexford geregisseerd heeft. Haar versie van La favorite is vrij abstract in vrij mooie decors van Massimo Checchetto, alhoewel het plastieken paleis van Alphonse wat belachelijk overkomt.
Publicatie: donderdag 23 november 2017 om 21:52
Rubriek: Opera