Il Grand' Inquisitor

Rusalka in Praag

In de Munt hebben ze de Rusalka van Herheim, in Parijs die van Carsen en in Praag spelen ze de Rusalka van... Dvorak. Alhoewel psychologiserende producties interessant kunnen zijn, heeft een enscenering waarbij de opera effectief als een "lyrisch sprookje" herkenbaar is ook zijn merites. Al is het maar die van de duidelijkheid, zoals de productie van Zdenek Troska in de Praagse staatsopera.

De opera begint bijvoorbeeld met een gechoreografeerde ouverture waarbij we waternimfen over het meer zien dansen, in plaats van zenuwachtig bewegende opgeblazen sekspoppen in een vitrine. Rusalka is een elegante waternimf en geen prostituee, de Prins ziet eruit als een prins en loopt niet een hele voorstelling rond in zijn pyjama, en het feest in het kasteel van de prins heeft een grote dansscène en geen carnavalstoet.

Op muzikaal vlak werd de voorstelling geleid door Jiri Strunc die vooral graag zijn orkest hoort en de zangers regelmatig overstemt. Ook Alzbeta Polácková moest als Rusalka vechten met het orkest. Ze heeft nochtans een mooie lyrische stem met een stralende hoogte, maar een wat zwak laag register. Rafael Alvarez is een correcte Prins, zij het dat zijn passagio af en toe versleten klonk. Oleg Korotkov was een sonore Vodnik. Jana Sykorová was een zwakke Jezibaba.

Publicatie: donderdag 25 september 2014 om 07:13
Rubriek: Opera