Die Walküre in Bayreuth
Drie kwartier voor de voorstelling begon, brak een onweer met wolkbreuk los boven het Bayreuther Festspielhaus. Wie de weersverwachtingen niet bekeken had, kwam letterlijk doorweekt aan en nam druppend van de regen plaats in de zaal. Comfortabel is anders, maar het is wel de ideale proloog voor de stormmuziek waarmee het eerste bedrijf van Die Walküre begint.
Gisteren vroeg ik me af hoe de enscenering van Das Rheingold op een logische manier verder gezet kon worden. Voor regisseur Frank Castorf lijkt continuïteit in een Ring-productie geen noodzaak te zijn. Van de hedendaagse Route 66 zijn we nu ineens aanbeland in Bakoe, de hoofdstad van Azerbeidzjan, in de eerste helft van de 19de eeuw toen daar al volop olie gewonnen werd. Olie is de rode draad in deze Ring als de vertaling van de macht van het Rijngoud en de Ring.
Het concept van Die Walküre is sterk gelijklopend als dat van Das Rheingold. Aleksandar Denic heeft weer één levensgroot gebouw ontworpen op het draaiplateau. Deze keer is het een historische houten boortoren, wat best wel een mooi decor oplevert. Een dergelijke houten constructie is ook veel aangenamer dan het Amerikaanse plastiek en beton langs Route 66. Het geeft meteen een authentiek kantje aan de productie.
Het vraagt niet veel fantasie om zich in de hut van Hunding te wanen. Siegmund vindt zelfs een echt zwaard in de stal, Wotan en Hunding hebben ook een speer... of toch op zijn minst een soort staf. Ik waan me even in een normale Walküre-productie. Het decor wordt goed ingezet tijdens de "Todesverkündigung" als Brünnhilde van hoog in de boortoren afdaalt tot ze bij Siegmund is.
De videobeelden zijn ook weer van de partij, maar ze zijn deze keer minder dominant dan in Das Rheingold. Om in de tijd van de productie te blijven, zijn ze in stemmig zwart-wit. In het eerste bedrijf worden ze slechts spaarzaam ingezet, bijvoorbeeld om te tonen hoe Sieglinde het slaapdrankje in Hundings glas giet. De live videobeelden worden gemengd met een historische, vermoedelijk Russische, film over de Bakoe-olie. En het is daar dat het onduidelijker werd.
Alhoewel... een uitbundig spuitende oliebron tijdens het liefdesduet van Siegmund en Sieglinde is niet het meest subtiele beeld. In het laatste bedrijf tijdens de finale Wotan-Brünnhilde-scène zien we hoe oliebronnen in brand gestoken worden. Er worden tussendoor zeer verhelderende teksten geprojecteerd... in het cyrillisch.
Eén tekstbeeld is wel duidelijk: het jaartal 1942. Dit verwijst hoogstwaarschijnlijk naar Fall Blau (gelukkig dat Google en Wikipedia bestaan om de bedoelingen van regisseurs te ontcijferen), het offensief van Hitler in de Kaukasus om de rijke olievelden rond Bakoe in handen te krijgen. En zo zijn we toch weer bij de nazi's aanbeland... iets waar elke zichzelf respecterende Wagner-regisseur niet omheen kan.
Op muzikaal vlak was het een zeer bevredigende voorstelling. Om te beginnen, was het eerste bedrijf fantastisch. Johan Botha is een stralende Siegmund, zij het met een paar bijna-uitschuivertjes. Hij zingt een perfect dramatische "Ein Schwert" en gebruikt mooi lyrische klanken voor "Winterstürme".
Anja Kampe overtreft zichzelf als Sieglinde. Tekstinterpretatie is het codewoord. Al meteen vanaf "Dies Haus und dies Weib sind Hundings Eigen" had ze mijn aandacht met de manier waarop ze in dat ene zinnetje haar hele leven uitdrukt. Ze houdt dat heel de voorstelling vol, tot en met de vreugde en angst als Brünnhilde aankondigt dat "ein Wälsung wächst dir im Schoss".
Voeg bij dit duo nog eens de Hunding van Kwangchul Youn en je hebt een droombezetting, al begint Kwangchul Youns vibrato wel te wobbelen. Wat deze drie zangers gemeenschappelijk hebben, is hun tekstprojectie. Hun voorbeeldige dictie maakt dat je elke woord verstaat (in Bayreuth worden uiteraard geen boventitels gebruikt), in tegenstelling met Das Rheingold.
Na Das Rheingold hoopte ik dat Fricka en Wotan een tandje zouden bijsteken. In het geval van Claudia Mahnke gebeurde dat effectief. In haar scène met Wotan doet ze alles wat ik van een Fricka verwacht, in hoofdzaak Wotan op zijn nummer zetten met dramatische inslag. Wolfgang Koch begint echt de zwakke schakel in deze Ring te worden. Op geen enkel moment kon hij mij overtuigen. Ik betrapte me er telkens weer op dat mijn gedachten begonnen af te dwalen als hij zijn mond opendeed. Om Wotans monoloog in het tweede bedrijf boeiend te houden heb je echt wel een topzanger nodig, en liefst nog één die enigszins verstaanbaar Duits zingt. Maar zelfs in zijn "Abschied" kon hij mij niet ontroeren... een veeg teken.
Na Essen en Weimar is het de derde keer dat ik Catherine Foster hoor als de Walküre-Brünnhilde. Ze blijft me telkens weer verbazen met hoe moeiteloos ze deze rol zingt, van haar opwindende Hojotoho's over haar inleving in Siegmunds psyche tijdens de "Todesverkündigung" tot en met haar finale bede aan Wotan om haar niet hulpeloos achter te laten. Een grote vertolking.
Publicatie: dinsdag 29 juli 2014 om 09:25
Rubriek: Opera