Il Grand' Inquisitor

Die Walküre in Weimar

Die Walküre begint met hetzelfde beeld van Walhalla waarmee Das Rheingold eindigde, de godenfamilie is ondertussen wel uitgebreid met negen Walkures. Drie daarvan spelen de drie Nornen en brengen weer dezelfde tekst die Wagner als voorontwerp schreef voor "Siegfrieds Tod".

Erste Norn: In Osten wob ich.
Zweite Norn: In Westen wand ich.
Dritte Norn: Nach Norden werf' ich.
...

Deze keer wordt de tekst gezongen, en door Freia begeleid aan de harp... tot Alberich voorbij komt gewaggeld met een in zwart kostuum gekleed jongetje - ongetwijfeld de jonge Hagen - die het op een krijsen zet. Daarna begint de eigenlijke opera.

De regie van Michael Schulz was in Das Rheingold redelijk en overeenkomstig met wat je in een Duits provincietheater zou verwachten. Met Die Walküre bereikt hij een heel ander niveau, met bijvoorbeeld een heel sterk eerste bedrijf.

Tijdens het orkestraal voorspel zien we Wotan met twee geblinddoekte kindjes aan de hand. Het jongetje doet eerst zijn blinddoek af en loopt weg. Als het meisje ook haar blinddoek afdoet, is ze alleen achtergebleven. Sieglinde komt binnengestormd en het meisje geeft haar de blinddoek, die ze rond haar pols knoopt. Het zal een soort herkenningsteken worden als Siegmund later ook zijn blinddoek bewaard heeft rond zijn pols. Wat volgt, is een poëtisch mooi eerste bedrijf met heel weinig hulpmiddelen in een eenvoudig decor.

Er is nog één opvallend element. Als Hunding met zijn mannen thuiskomt, dan gaan ze allemaal aan een lange tafel zitten om te eten. Ze nemen hun hoed af, behalve één van de mannen. Al snel wordt duidelijk dat Wälse hier zelf aanwezig is, alhoewel niemand hem kan zien. Hij blijft tot het einde van het eerste bedrijf en ziet dat zijn plan naar wens verloopt. Daarbij moet nog één detail vermeld worden. In Das Rheingold hielden Donner en Froh regelmatig hun hand met gespreide vingers naast het hoofd van Wotan. Terwijl Siegmund "Ein Schwert verhiess mir der Vater" zingt, doet Wotan hetzelfde met Siegmund. Vermoedelijk hoopt hij dat Siegmund zijn macht zal overerven om zo de vloek van de Ring ongedaan te maken... maar dat is natuurlijk zonder Fricka gerekend.

Het succes van dit eerste bedrijf is ook grotendeels te danken aan de drie zangers en aan Martin Hoff, die de Staatskapelle Weimar met veel zin voor nuances en orkestrale kleur liet spelen.

Corby Welch zong een eerder lyrische, maar toch stralende Siegmund. Kirsten Blanck heb ik al eens Sieglinde horen zingen in Keulen. Ze heeft een slanke sopraan, waardoor het effect van een heel jonge Wälsungtweeling nog versterkt wordt. In de laagte klonk ze wat hees, wat vooral in het tweede bedrijf problematisch werd... waardoor ik vermoed dat er toch iets aan de hand was, alhoewel er niets van een verkoudheid of zo aangekondigd werd. Maar ze maakte van de nood een deugd en zong een boeiende Sieglinde met de detaillering van een liedzangeres. Met de diepe bas van Hidekazu Tsumaya (de dag ervoor zong hij Fafner) kregen we een voldoende dreigende Hunding om het trio te vervolledigen.

Kortom, dat eerste bedrijf was al bijna de moeite om alleen daarvoor naar Weimar te reizen.

Het lange tweede bedrijf gaat op hetzelfde elan verder. In de Fricka-Wotan-scène wordt Fricka begeleid door vijf figuranten als rammen, waar ook Wotan schrik van lijkt te hebben. Veronika Waldner bevestigde de indruk die ze de dag ervoor gemaakt heeft als Fricka.

De "Todesverkündigung" was ook mooi in beeld gebracht. Achteraan het podium gaat een deur open, een lange brug leidt tot bij Siegmund en in die deuropening verschijnt Brünnhilde in tegenlicht. Catherine Foster was ook al een schitterende Brünnhilde in Essen en ook in deze productie zingt ze onvermoeibaar de sterren van de hemel. Niet alleen met haar Hojotoho's, maar ook met haar uitgewerkte scène met Siegmund of Wotan.

Het is ook nog het vermelden waard dat Brünnhilde constant begeleid wordt door een vrouw in zwart kleed en lang grijs haar. Dit blijkt een interpretatie van Grane te zijn... die samen met Brünnhilde gestraft wordt. Die slotscène toont trouwens opvallende parallellen met de "Todesverkündigung". Brünnhilde staat weer bovenaan in die deuropening. Onderaan die brug houdt nu Loge de wacht, bij Wotans brandende speer.

We kregen een nieuwe Wotan in vergelijking met Das Rheingold, met Renatus Mészár, die eerder ook al Fasolt gezongen had. Hij is een degelijke Wotan, die in de loop van het "Abschied" toch een paar vocale problemen begon te krijgen. Op twee dagen Fasolt en de Walküre-Wotan zingen... je zou voor minder.

Voor wie stilaan nieuwsgierig begint te worden naar deze productie - en ik hoop dat de twee volgende opera's even goed zullen zijn als Die Walküre - deze productie werd tijdens de voorstellingenreeks van 2008 opgenomen en is beschikbaar op DVD bij Arthaus, maar wel met hier en daar andere zangers.

Publicatie: vrijdag 8 juli 2011 om 16:00
Rubriek: Opera