Il Grand' Inquisitor

Der Ring des Nibelungen in Keulen

In 2000 werd in Keulen de aftrap gegeven voor wat later de "ecologische Ring" van Robert Carsen zou worden. Elk jaar kwam er een deel bij tot in het seizoen 2004-2005 de volledige Ring des Nibelungen als cyclus opgevoerd werd. Dit seizoen stonden er ook twee cycli op het programma. Vorige maand werd de Ring opgevoerd over twee weekends... maar afgelopen weekend deden ze het op één weekend met de twee eerste opera's op zaterdag en de laatste twee op zondag, een "Bühnenfestspiel für ein Wochenende" als het ware.

Zo'n Ring-marathon krijgt al snel de sfeer van een evenement als je op twee dagen volledig ondergedompeld wordt in Wagners muziek. A priori leek het een onmenselijke opdracht om zo'n weekend door te komen, maar uiteindelijk merk je niets van de uitputting. Iedereen in de zaal was super-geconcentreerd, er werd amper gekucht, op het einde van elk bedrijf liepen de emoties hoog op met golven van ovaties. Kortom, er hing een ongelooflijke ambiance waar moeilijk weerstand aan te bieden valt.

De Keulse opera probeerde het de bezoekers ook zo comfortabel mogelijk te maken. Zo hadden ze catering voorzien, voor wie écht geen zin had om tussen twee voorstellingen even naar buiten te gaan om een restaurant op te zoeken. Tijdens de pauzes was er zelfs een massage-lokaal voorzien en er werden tai-chi-sessies georganiseerd voor elke tweede voorstelling van de dag.

Wie zeker dergelijke relaxatiemomenten kon gebruiken, was de dirigent Markus Stenz, die bijna 15 uur lang het overuren kloppende orkest voortstuwde in een - naar mijn gevoel - redelijk snelle uitvoering. Hij gaf kleur en sfeer aan de intiemere momenten, maar tijdens de grote opzwepende momenten liet hij de teugels vieren, wat zeker bijdroeg tot het oplopen van de bloeddruk bij het publiek. Wat de zangers betreft, waren de grote rollen dubbel bezet, dus met twee Wotans, twee Brünnhildes en twee Siegfrieds.

In Das Rheingold was het weer Loge (Hubert Delamboye) die de show stal, samen met de Alberich van Oskar Hillebrandt. Anne Pellekoorne maakte ook een opgemerkte interventie als Erda. Phillip Joll was een zwakke Wotan, met een moeizaam projecterende stem. Bij de reuzen geeft Andreas Hörl een mooie klank aan Fasolt, alleen spijtig dat de intonatie vaak niet mee wil. Dalia Schaechter overtuigde nog niet echt als Fricka.

Ik vermoed dat ze haar krachten spaarde voor de avondvoorstelling, want haar Fricka in Die Walküre was wel schitterend. De Wotan was nu Albert Dohmen. Hij heeft wel de uitstraling van Wotan, maar ontgoochelde toch enigszins o.a. met een weinig boeiend afscheid van Brünnhilde. Jayne Casselmann was een degelijke Brünnhilde, zonder echt groots te zijn. Maar hét koppel in Die Walküre bestaat natuurlijk uit Siegmund en Sieglinde en die zongen een ongelooflijk eerste bedrijf. Thomas Mohr heeft een heldere stem met een perfecte dictie... hetzelfde geldt voor de wat metaalachtige klinkende Kirsten Blanck. Het resultaat waren momenten waar de vonken afsprongen.

Zondag, 10 uur... Siegfried... een mens kan zich een rustigere zondagochtend voorstellen. Phillip Joll is er terug als Der Wanderer. Maar om die ochtend door te komen, moet je kunnen rekenen op een stevige Siegfried en Mime. In het eerste bedrijf was dat echter niet het geval. Stefan Vinke geraakte moeilijk voorbij het orkest... het zal voor hem ook vroeg geweest zijn. Maar desalniettemin kreeg hij wel een onwaarschijnlijk applaus... als Keulenaar is hij vermoedelijk zowat een lokale held. In het tweede bedrijf met de draak (Dieter Schweikart) stond hij er plots wel met een schitterende tenorale ping in zijn stem (in het eerste bedrijf klonk hij nog baritonaal donker). In de slotscène met Brünnhilde (Barbara Schneider-Hofstetter klonk beter dan Casselman) wisselde hij tussen die twee modi. Wat bij hem opvalt, is zijn gevoel voor humor waarmee hij Siegfried speelt. Martin Finke is al een paar jaar op pensioen, na meer dan 30 jaar in de Keulse opera gezongen te hebben... maar hij kwam nog eens terug voor Mime en werd dan ook op een te verwachten manier geovationeerd.

Götterdämmerung was op vocaal vlak het kneusje van de Ring... in de eerste plaats omwille van Albert Bonnema - de prins van het malcanto - als de "oude" Siegfried. Als hij twee noten juist na elkaar brult, dan is dat puur toeval. Hij kan ook geen meter acteren, wat na de flitsende Siegfried van Stefan Vinke een serieuze domper is. Jayne Casselman ging verder zoals ze twee opera's eerder als Brünnhilde begonnen was... kwestie van alles te sparen voor haar groot slotmoment. Samuel Youn was een saaie Gunther (ook niet altijd even juist gezongen). En Philip Kang was zo mogelijk nog saaier als Hagen. Er ging geen dreiging van hem uit en zong zonder expressie... als je dat vergelijkt met Oskar Hillebrandt, die hem als Alberich tijdens de droomscène komt opjutten, is het verschil frappant.

In zijn geheel is zo'n Ring-weekend een prachtige ervaring die blijft nazinderen, ondanks een aantal mindere punten, maar toch ook veel mooie momenten. Wie het ook eens wil meemaken... naar verluidt gaan ze volgend seizoen weer zo'n weekend organiseren.

Publicatie: maandag 3 april 2006 om 10:50
Rubriek: Opera