Les Troyens in Kinepolis
Ter gelegenheid van het Berlioz-jaar ontstonden tien jaar geleden verschillende nieuwe producties van Les Troyens, ook bij de Met. Deze productie wordt nu hernomen en wereldwijd uitgezonden in de cinema. Francesca Zambello heeft er een tijdloze enscenering van gemaakt.
Les Troyens kan opgedeeld worden in twee grote delen, het eerste deel in Troje en het tweede deel in Carthago. Die tweedeling was ook merkbaar in de uitvoering gisteren. La prise de Troie was slaapverwekkend saai, wat vooral op rekening van de Cassandre van Deborah Voigt kan geschreven worden. Ze zingt weliswaar proper Frans, maar na twee maten was ik al volledig uitgeluisterd op haar totaal gebrek aan vereenzelviging met het personage.
Met Les Troyens à Carthage komen we letterlijk en figuurlijk in een andere wereld terecht. Hier zwaait Didon de plak en door Susan Graham zat ik na twee maten al op het puntje van mijn stoel. In haar openinsscène benadert ze haar hoge noten weliswaar voorzichtig, maar voor de rest is haar vertolking een zeer genuanceerd portret van Didon met als apotheose haar dramatische "Je vais mourir".
Bryan Hymel was een paar jaar geleden al Enée in de Amsterdamse Troyens-productie. Hij liet toen nog een zeer gemengde indruk na. Ondertussen is zijn hoogte een stuk indrukwekkender en stralender geworden, in de laagte zijn er wel nog enige lelijke keelklanken. Maar hij beschikt over de lichtheid en flexibiliteit voor het liefdesduet "Nuit d'ivresse", maar ook over de robuustheid voor "Inutiles regrets".
De kleinere rollen waren ook goed tot degelijk bezet. Paul Appleby was een mooie lyrische Hylas in zijn "Vallon sonore", Kwangchul Youn is een luxebezetting voor Narbal. Karen Cargill sluit qua stemtype goed aan bij dat van Susan Graham, waardoor ze Didon's zus Anna geloofwaardig neerzette.
Publicatie: zondag 6 januari 2013 om 09:37
Rubriek: Opera