Christianne Stotijn in Edinburgh
Toen Christianne Stotijn vorig seizoen in de Munt Schoenbergs Das Buch der hängenden Gärten zong en daarbij totaal in de verdrukking kwam door de video's, vond ik dat ze al die flauwekul niet nodig had. In haar matinee-recital in Queen's Hall neemt ze schitterend revanche.
Haar pianist Joseph Breinl mag deze keer met een open piano spelen en Stotijn kan zich volledig op de muziek concentreren zonder te moeten "acteren". Haar interpretatie is even romantisch geïnspireerd als in de Munt, maar nu is tenminste elke letter verstaanbaar. Een voorbeeld van die romantische slag was een elegante vertolking van Nr. XI, Als wir hinter dem beblümten Tore, of het expressieve Nr. XV, Wir bevölkerten die Abenddüstern.
Schoenberg heeft nog altijd de naam "moeilijk" te zijn en deze liedcyclus is inderdaad redelijk complex... maar zoals ik iemand uit het publiek achteraf hoorde zeggen: "als Schoenberg zo gezongen wordt, dan zal ik hem toch nog een kans moeten geven". Ik kan haar enkel bijtreden.
Het deel voor de pauze was gewijd aan liederen van Richard Strauss, waarbij we vooral een verliefde en extatische Strauss te horen kregen. Ze begonnen met een groepje rozenliederen, waaronder het onvermijdelijke Das Rosenband als openingslied gevolgd door twee vroege ongepubliceerde liederen, Die Rosen en Die erwachte Rose. Om 11 uur 's morgens een recital geven is misschien niet ideaal... maar Stotijn had nog wat moeite met de hogere noten, die soms wat rauw en angstig klonken. Haar sterke kanten kwamen volop tot uiting in een onvergetelijke uitvoering van Ruhe meine Seele, wat perfect in haar stem ligt.
Voor de bisnummers bleven ze bij Strauss met All mein' Gedanken en het geniale Morgen. BBC Radio 3 zal dit recital uitzenden op 31 augustus.
Het avondconcert was een heel ander genre. De Britse mezzo Sarah Connolly is mij vooral bekend van haar Giulio Cesare uit Glyndebourne. Naar verluidt, is ze haar carrière ooit begonnen als jazz-zangeres. Samen met jazz-pianist John Horler kroop ze terug even in die rol.
Op de zolderverdieping van "The Hub", brachten ze Songs uit de jaren 1930 van onder andere George Gershwin, Ivor Novello en Cole Porter. Ze zingt jazz zoals het hoort en dus niet met haar opera-stem, alhoewel ze een enkele keer - in de Gershwin-klassieker Let's call the whole thing off - bijna herviel. Ze komt redelijk stijf en gereserveerd over, zowel in haar aankondigingen tussen de Songs door als tijdens de uitvoering. Pas in het bisnummer They can't take take that away from me wordt ze iets losser en durft ze iets vrijer om te gaan met de muziek.
Publicatie: zondag 22 augustus 2010 om 09:11
Rubriek: Liedrecital