La sonnambula in Antwerpen
De Vlaamse Opera heeft voor haar concertante opera het belcantomeesterwerk La sonnambula van Bellini uitgekozen. De Antwerpse voorstellingen gingen door in de Elisabethzaal onder de leiding van Rani Calderon.
Ze hebben een heel sterke en homogene bezetting verzameld, die zich volledig inleeft in de opera. Zelfs de kleinere rolletjes waren goed bezet, met vooral de stevige Teresa van Susannah Self en de speelse Lisa van Hendrickje Van Kerckhove. Maar het waren de hoofdrolspelers die het meest indruk maakten.
Annick Massis bespeelt alle nuances van de slaapwandelaarster Amina. Haar eerste aria "Come per me serena" zong ze nog met een gelukzalige glimlach. Maar nadat ze door Elvino afgewezen werd, trekt ze een ander vat emoties open. Haar hoogtepunt was uiteraard de slaapwandelscène. Ze begint die scène als in een trance. Maar al snel geraakt ze meer en meer betrokken in haar eigen droom. Op het einde kreeg ze dan ook een verdiende staande ovatie.
Maar ook haar twee mannelijke tegenspelers waren schitterend. Colin Lee zingt Elvino met een lichte tenorstem, die toch ook wat gewicht heeft. Om een of andere reden deed hij me soms aan Tito Schipa denken. De frases die hij in één adem kan zingen, zijn ongelooflijk. De hoogste noten zingt hij wel met (te) veel kracht. Maar in het eerste duet met Amina had hij laten horen dat hij in de hoogte ook teder en zacht kan zingen. De bas Giorgio Giuseppini zong Graaf Rodolfo. Toen hij zijn mond opende, viel ik bijna van mijn stoel. Hij heeft een fantastisch ouderwets timbre met een sonoriteit die hij mee kan nemen tot in de diepe regionen. Van Massis wist ik al dat ze goed was, maar het was Rodolfo's "Vi ravviso, o luoghi ameni" waar ik het meeste plezier aan beleefde.
Publicatie: maandag 28 april 2008 om 11:40
Rubriek: Opera