Ariodante in Parijs
Het zal misschien verbazen, maar ik had tot nu toe nog nooit een voorstelling bijgewoond in het Parijse Théâtre des Champs-Elysées. Maar een Ariodante met Angelika Kirchschlager en Christophe Rousset leek aanleiding genoeg om deze zaal eens uit te proberen.
Kirchschlager wordt vooral met Mozart- en Straussrollen geassocieerd en niet echt met Handel. Twee jaar geleden, maakte ze haar barokdebuut als Sesto in Giulio Cesare in Glyndebourne, een productie die ondertussen ook op DVD verschenen is. Met Ariodante waagt ze zich nu ook aan een van de grote heroïsche Handelpartijen... met een gemengd resultaat. Een grote expressieve en tragische aria als "Scherza infida" zingt ze met alle diepgang die we van haar gewoon zijn. Maar het zijn de virtuoze momenten die veel minder vlot gaan. In "Con l'ali di costanza" verslikt ze zich zelfs even in haar coloraturen. En ook "Dopo notte" is veel te braaf en te voorzichtig. Alleen in het da capo-gedeelte van die aria durft ze even de teugels te laten vieren. In vergelijking met bijvoorbeeld de heldhaftige Ariodante van Christine Rice, valt Kirchschlager wat magertjes uit. Maar zolang ze geen coloraturen moet zingen, is ze fantastisch op het vlak van tekstinvulling.
Vivica Genaux speelt de slechterik Polinesso. De klank die ze produceert, klinkt naar binnen gekeerd... maar het heeft geen effect op haar projectie. Danielle De Niese was een redelijke Ginevra, alhoewel ze vooral op haar uitstraling rekent. In de hoogte klinkt ze vaak wat schel en ze is niet altijd even inventief in haar expressie. Bijvoorbeeld haar larmoyante momenten - en dat zijn er nogal wat - doet ze altijd op dezelfde manier. Ze zingt net tegen de toon aan wat voor een dramatische spanning zorgt, waarna ze die toon laat ontwikkelen tot de juiste toon. Nadat ze dit voor de derde keer doet, begint dit wel saai te worden. De ontdekking van de avond was echter Jaël Azzaretti, die de rol van Ginevra's vertrouwelinge Dalinda zong. Haar stem is perfect homogeen, ze laat haar coloraturen evident en natuurlijk klinken en bracht me telkens op het puntje van mijn stoel. Ze was voor mij de ster van de avond, ondanks de aanwezigheid van drie "grotere" namen.
De enscenering van Lukas Hemleb was wat bleek. Wat de decors betreft (waarvoor hij ook verantwoordelijk was), is dat zelfs letterlijk te nemen. Een gehelde vloer en twee beweegbare kleurloze wanden stellen de witgekalkte muren van het Schots kasteel voor. Een roterende halve cilinder suggereert een soort donjon-toren. De kostuums van Marc Audibet hadden een mooi middeleeuws tintje, alleen de transparante gordijnstof die erover gedrapeerd was, was er teveel aan. De regie van Hemleb beperkte zich veelal tot het laten opkomen van de zangers en ze meteen na hun da capo te laten verdwijnen. Er zat iets meer fantasie in de choreografie van Andrew George. Elk bedrijf werd afgesloten met een ballet, uitgevoerd door acht dansers in spannende pakjes... en zoals verwacht mocht Danielle De Niese ook meedansen in het nachtmerrieballet tijdens haar waanzinsscène van het tweede bedrijf.
Publicatie: maandag 19 maart 2007 om 09:53
Rubriek: Opera