Die Walküre in Gent
De afgelopen weken draaide de PR-machine van de Vlaamse Opera op volle toeren. Krantenartikels, TV-interviews en uiteraard hun eigen website moesten ervoor zorgen dat het tweede deel van de Ring-cyclus bij voorbaat al een succesverhaal zou zijn. Spijtig genoeg, werden de verwachtingen slechts gedeeltelijk ingelost. Het artistiek team was uiteraard hetzelfde als bij Das Rheingold, met Ivan Törzs in de orkestbak en Ivo van Hove als regisseur. Jan Versweyveld ontwierp weer een modern decor.
Het tweede bedrijf van Die Walküre bleek de inspiratiebron te zijn voor de enscenering. Ivo Van Hove plaatst de opera in een hedendaagse grootstad met zijn achterbuurten en wolkenkrabbende kantoorgebouwen. Het aquarium uit Rheingold is Wotans penthouse. Daarrond zien we vierkante kolommen die de skyline van de stad suggereren. Visueel is het tweede verblijf verbluffend. Maar ook op muzikaal vlak is dit het sterkste bedrijf.
Zoals ik na Rheingold hoopte, is Anne Mason een schitterende Fricka als ze Wotan de mantel uitveegt. James Johnson is een wat monotone Wotan, maar toont nooit momenten van vermoeidheid. Zijn stem is bij het afscheid van Brünnhilde nog altijd even indrukwekkend als in het begin. Maar in dat aangrijpende slot van de opera hoor ik weinig gevoel en verdriet in zijn stem. De Hojotoho's waarmee de walkure Jayne Casselman haar intrede doet, staan er allemaal. Tegen het einde van het tweede bedrijf begint ze echter in de hoogte wat hees te klinken.
Maar als dit decor moet gerecycleerd worden voor het eerste en derde bedrijf, dan beginnen de problemen. In het eerste bedrijf lopen de stedelijke achterbuurten tijdens de ouverture doorheen de woonkamer van Hunding en Sieglinde, waar minstens drie kookfornuizen staan en midden op het podium een matras ligt. Sieglinde is een huissloof die altijd braaf op haar stoeltje bij het fornuis gaat zitten. Op zich kan ik deze keuze begrijpen. Sieglinde wordt voorgesteld als de vrouw, die door Hunding thuis opgesloten wordt en haar huis niet mag verlaten. Maar het haalt ook alle spanning uit het eerste bedrijf. Dit bedrijf zou moeten knetteren van de erotische spanning tussen Siegmund en Sieglinde, maar hier gebeurt er niets. Thérèse Waldner is nochtans een goede Sieglinde. En Jeffrey Dowd is aanvaardbaar als Siegmund. Maar ik zag en voelde geen vonk overspringen.
Voor het laatste bedrijf, wordt het decor getransformeerd tot een operatiezaal, waar de walkures op (echte) paarden hun soldaten aanvoeren tijdens de beroemde Walkurenrit. Op het eerste zicht is het een leuk idee, maar in tweede instantie klopt het ook niet helemaal... die soldaten worden namelijk verondersteld dood te zijn. Ik weet niet of de steriliteit van een intensive care-afdeling op dat moment nog veel baat. Maar die omgeving zorgt wel voor een geslaagd slot van de voorstelling. Als Wotan Brünnhilde laat inslapen, dan doet hij dat door haar in een coma te brengen. De verplegers omringen haar dan met beeldschermen waarop beelden van Brünnhildes ingewanden getoond worden als "scheuchenden Schrecken". In dit bedrijf had Casselman haar stem volledig terug en zong een gebroken en wanhopig, maar toch aangrijpend, pleidooi voor haar daden.
Er zitten wel een aantal interessante ideeën in deze enscenering, maar ook een reeks zwakheden. Het grootste zwakke punt is de behandeling van "het zwaard". Siegmund trekt een of andere metalen koffer uit de muur, waarin wat onduidelijke lichtjes branden. In het programmaboek verdedigt Ivo van Hove zijn keuze omdat hij hedendaagse equivalenten zoekt voor de mythische symbolen:
"Zo laat ik het zwaard, Nothung, niet letterlijk zien. In deze tijden worden mensen op subtielere manier uitgeschakeld. Denk maar aan de moord met Polonium op de Russische ex-spion. Wagner was zelf ontgoocheld toen hij zag dat zijn regieaanwijzingen blindelings gevold werden."
Dit is wel een heel flauw excuus om geen sluitende oplossing te vinden voor het zwaard. Ik kan begrijpen dat men Fricka niet laat opkomen "in een met twee rammen bespannen wagen", maar het zwaard is na de ring zowat het belangrijkste element in de Ring. Een niet onbelangrijk deel van Die Walküre gaat over Nothung, om over de volgende opera Siegfried nog maar te zwijgen. In plaats van surrealistische Lipizanerpaarden als decor te gebruiken in het derde bedrijf, zou een even anachronistisch zwaard misschien minder lachwekkend overkomen.
Tenslotte zou er naar verluidt ook een orkest moeten geweest zijn. Maar daar kan ik weinig over zeggen. Mijn abonnementsplaats op het eerste balkon in Antwerpen is in Gent blijkbaar equivalent met een parterre-plaats aan de zijkant, diep onder het eerste balkon... waar de balans tussen bijvoorbeeld de violen en het koper totaal verstoord is. Hopelijk zal ik Siegfried in iets betere omstandigheden terug in Antwerpen kunnen horen.
Publicatie: vrijdag 9 februari 2007 om 09:01
Rubriek: Opera