Il Grand' Inquisitor

Marie Seidler in Zeist

Twee jaar geleden moest Marie Seidler wegens ziekte afzeggen in Zeist. Gisteren was ze wel van de partij voor een recital waar ik naar uitgekeken had.


(foto © Mel Boas)

Seidler had tijdens de coronaperiode indruk gemaakt met onder andere een gestreamd recital vanop de Berlijnse Schubert-Woche, al was ze veel eerder al eens opgevallen tijdens een slotrecital van de Lied Akademie in Heidelberg. Maar gisteren hoorde ik haar dus eindelijk live in een volledig recital, en de verwachtingen werden deels ingelost.

Samen met de pianist Toni Ming Geiger bracht ze een recital rond oorlog en dood, ingekaderd tussen twee Schubertiaanse Schiller-liederen. In Die Götter Griechenlands stelt ze de vraag "Schöne Welt, wo bist du", wat zijn conclusie krijgt in het "schöne Wunderland" van Sehnsucht. Haar rijke mezzo klinkt prachtig over haar volledige bereik met ook een mooi klinkend forte, tekstprojectie is voorbeeldig (ondanks een paar minieme uitspraakfoutjes in het Frans repertoire), een breed spectrum aan kleuren maakt het plaatje compleet.

Ze schakelt moeiteloos over van Henriëtte Bosmans, met een dramatische Le regard éternel en een lichtvoetige Le diable dans la nuit (al had ik hier iets meer ironie verwacht in een lied over een duivel die met een vorkje op muizen jaagt), naar Mussorgsky. In haar vertolking van de beklemmende Lieder en dansen van de dood is er wel nog ruimte voor meer diepgang. Het Wiegelied doet ze uitstekend. Met zoete stem laat ze de dood geruststellend de moeder van het stervende kind toespreken, terwijl de moeder zelf alsmaar geagiteerder en wanhopiger klinkt. Met een venijnige slot-baju sterft het kind. Het middendeel van Serenade krijgt een mooie hymne-sfeer mee om met toenemende intensiteit te eindigen. Na een dansante Trepak stelde ze enigszins teleur in De veldmaarschalk omdat ze hier de dood te mooi laat klinkt. Als je dit door een Russische meesterverteller als Sergei Leiferkus hoort zingen, staat op het einde van het lied al je haar rechtop...

Na de pauze volgden nog drie groepjes liederen in het Duits, Frans en Engels. Haar zwakte blijkt te zitten in haar spreekstem als ze het melodrama Reiten, reiten, reiten, dat Viktor Ullmann in Theresienstadt componeerde, voordraagt. Ze gaat dan wel aan de rand van het podium staan, maar stem draagt voor geen meter... ondertussen laat Geiger de gruwel van de oorlog bulderen in de piano. De stem klaart weer op in twee mooi gebrachte Mahler-liederen. Die vocale schoonheid begint een rode draad te worden, ook het slot van Das irdische Leben - "Und als das Brot gebacken war, lag das Kind auf der Totenbahr" - kan bijvoorbeeld meer intensiteit verdragen. Een en ander maakte dat van de Engelse liederen weinig bleef hangen. Er was wel een pareltje als Duparcs Au pays où se fait la guerre, waar wel alles terug op zijn plaats valt: de eenzaamheid van de herhaalde "et moi toute seule en ma tour j'attends encore son retour", of het hoopvolle "quelqu'un monte à grands pas la rampe... serait-ce lui, mon doux amant" bracht ze uitstekend.

Kortom, het was een prachtig recital met een zangeres met een enorm vocaal potentieel die nog wat kan groeien op interpretatief vlak.

Publicatie: vrijdag 24 mei 2024 om 10:35
Rubriek: Liedrecital