Il Grand' Inquisitor

Marie Seidler en Frederic Jost in Berlijn*

Er wordt ook nog altijd geen publiek toegelaten in de Berlijnse Boulez-Saal. Desalniettemin is daar vandaag de Schubert-week begonnen onder auspiciën van Thomas Hampson... en live te volgen via internet.

Elke avond is er een recital met Schubert-liederen. Er zijn drie duo-recitals met "Young Singers". Op deze openingsavond waren dat de mezzo Marie Seidler en de bas Frederic Jost, met niemand minder dan Wolfram Rieger aan de piano. De avond begon echter met een gesprek over Schubert met Hampson en de auteur Friedrich Dieckmann, gemodereerd door de journaliste Susanne Stähr.

Het duo-recital bestond eigenlijk uit twee korte solo-recitals van elk ongeveer een half uur. Marie Seidler beet de spits af met een selectie liederen dat regelmatig afweek van de platgetreden paden. Seidler zingt met een mooie stralende mezzo met licht-dramatische toetsen en een uitstekende expressie.

In het programma zaten de twee minder vaak uitgevoerde Gretchen-Lieder. Rieger geeft een gevoelsvolle start aan Gretchen im Zwinger, waarna Siedler het ontroerende gebed aan Maria zingt. In de kathedraalscène van de Szene aus Goethes Faust (met weer een geniale Rieger) wordt de angst van Gretchen tastbaar terwijl de "böser Geist" in haar oor fluistert. In de koorscènes bracht ze de rust terug. Tussen deze twee liederen had ze toepasselijk het Novalis-Marienlied Geistliches Lied geplaatst.

Haar programma eindigde met een spannend opgebouwde Schiller-Sehnsucht en een passionele Bei dir allein. Een zangeres die ik graag nog eens live wil horen.

Dat is minder het geval voor Frederic Jost. Zijn stem lijkt nog niet goed te zitten en komt regelmatig onder druk te staan, waardoor zijn expressiemogelijkheden teveel begrensd worden.

Hij had wel een interessant programma samengesteld. Zo begon hij met de Drei Gesänge für Bassstimme die Schubert voor de bas Luigi Lablache geschreven had. Een blokje grote Antiken-Lieder is voor elke zanger een uitdaging, maar brengen Jost aan de grens van zijn stem. In An Schwager Kronos laat hij zich meeslepen door de opzwepende pianopartij en blijft hij vastzitten in een dreunend forte. In Prometheus lijkt zijn stem elk moment uit elkaar te gaan vallen. De drie laatste Mayrhofer-Lieder - ook allemaal specifiek voor bas geschreven - lagen hem iets beter met een mooie Auf der Donau of Wie Ulfru fischt.

Publicatie: maandag 18 januari 2021 om 22:46
Rubriek: Liedrecital