Il Grand' Inquisitor

Konstantin Krimmel in Zeist

In 1993 moet er iets in het water gezeten hebben. Eerder deze week konden we op het Zeists Liedfestival het prachtige recital van de dertigjarige Ema Nikolovska horen. En gisteren gaf haar jaargenoot Konstantin Krimmel een, zo mogelijk, nog overweldigender recital, met niemand minder dan meesterpianist Malcolm Martineau aan de piano.

Conform het Wanderlust-thema van het festival, hadden ze drie groepjes met wandel- en reisliederen uitgezocht. Ze begonnen met Schubert en het iconische Der Wanderer. Vanaf de eerste maat grijpt Krimmel je bij je nekvel met zijn doorleefde tekstvertolking. Expressie wordt emotie. Mayrhofers Der Schiffer bruist van de energie. Maar daar waar mindere zangers dit lied meer als een virtuoos hoogstandje zien, zoekt Krimmel diepgang en geeft andere kleuren aan de "felsigen Höh'n" of de "Geistergestöhn", en schrikt er niet voor terug om "Ich hasse ein Leben..." met lelijke kleuren te schilderen. Na deze zeestorm komt alles weer tot stilstand in Schuberts andere Wanderers Nachtlied. De getroebleerde Wanderer staat tegenover de milde maan in Der Wanderer an den Mond en lijkt zijn neus op te halen voor het feit dat hij "heimatlos" is. Een handvol Schubertliederen en een hele vocale wereld is al voorbij getrokken.

Met de Songs of Travel van Ralph Vaughan Williams gaat een andere wereld open. Deze liederen zitten wel minder in mijn systeem en spreken me minder aan. Maar dat ligt aan mij en niet aan de even bevlogen vertolking van Krimmel. Zijn Engels is even goed verstaanbaar als zijn Duits, en ook nu zoekt hij de details op... de vertraagde nadruk waarmee hij het beroemde The vagabond beëindigt - "all I ask, the heaven above, and the road below" - of de pure schoonheid waarmee hij Let Beauty awake zingt, of de ontroerende laatste strofe van The infinite shining heavens.

De derde klankwereld is die van Hugo Wolf en (hoofdzakelijk) zijn Mörike-Lieder. Het zijn meer ballade-achtige liederen die alle ruimte geven aan Krimmel om zijn vertel- en acteercapaciteiten boven te halen, en aan Martineau om Wolfs kleurrijke pianopartituur in de verf te zetten. Contrast wordt gecreëerd tussen de wervelende Begegnung en het ingetogen Gebet, dat Krimmel in één adem lijkt te zingen. Terwijl Martineau een snurkend leger en bulderende kanonnen evoceert in Der Tambour is Krimmel een "volwassen kind" in zijn fantasie. Tussen al deze kolder komt plots een curiositeit: de mini-cyclus van Abendbilder waarin Lenau een puur-romantisch landschap schildert met een zonsondergang, de belletjes van een kudde schapen of de herder die tot slot zijn handen vouwt in gebed. De Wagneriaanse Wolf treedt hier op het voorplan als ik een streepje "Siegfried" in Martineaus piano meen te horen. Eichendorffs Verschwiegene Liebe past perfect in deze sfeer. Maar er werd afgesloten met een hilarische vertolking van Abschied.

Voor de bisnummers volgden we hetzelfde traject, met een indrukwekkende Willkommen und Abschied en een prachtige Silent noon. Er zat ongetwijfeld ook nog een Wolfextraatje in de pijplijn, maar daar had het publiek geen zin in en stopte abrupt met applaudisseren na Vaughan Williams. Desalniettemin een memorabele avond... zoals het geval is met alle recitals van Konstantin Krimmel.

Publicatie: vrijdag 19 mei 2023 om 08:27
Rubriek: Liedrecital