Il Grand' Inquisitor

Camilla Tilling in Oxford

Twee van de drie recitals gisteren behoren tot de "Song Futures" van het Oxford Lieder Festival. In dit programma geven ze opdrachten om nieuwe liederen of liedcycli te componeren, en hernemen ze recent gecomponeerde werken.

Het lunchrecital had echter nog een volledig traditioneel programma met liederen van Brahms en Mahler. Het was één van de recitals waar ik in het bijzonder naar uitkeek. Vijf jaar geleden heb ik de Chinese mezzo Yajie Zhang voor het eerst gehoord tijdens een Quasthoff-Meisterkurs in Schwarzenberg en twee jaar later bij de Lied Akademie in Heidelberg. Ik was toen zeer onder de indruk van haar stem, muzikaliteit en vertolkingen.

In de vijf Brahmsliederen bleken die kwaliteiten alleen nog maar uitgediept te zijn. Haar laag register heeft warme altklanken, in de hoogte wordt haar stem lichter zonder die heerlijke mezzokleur te verliezen. Haar vertolkingen zien er sober uit: ze staat perfect stil, maar haar gezichtsuitdrukkingen vertellen een deel van het verhaal. Nog voor Eine gute, gute Nacht begint, weet je al dat treurnis zal overheersen. En als ze halverwege Mein wundes Herz verlangt plots haar arm beweegt, dan is dat een ware gebeurtenis. Daarnaast kan ze ook gewoon ontroerend mooi zingen, zoals in Dein blaues Auge.

De ontroering was overweldigend in een magistrale uitvoering van Mahlers Lieder eines fahrenden Gesellen. Het is onwaarschijnlijk hoe zo'n jonge zangeres alle emoties in deze cyclus uitdrukt. De onwezenlijke pijn in Wenn mein Schatz Hochzeit macht maakt ze tastbaar. Opgewekt en vrolijk trekt ze de natuur in met Ging heut' Morgen über's Feld, maar tegen het einde vertroebelt haar gezicht en haar gemoed als ze vraagt "Nun fängt auch mein Glück wohl an" ? Het verdriet in Ich hab' ein glühend Messer wordt haast ondraaglijk met een ingehouden "O weh!", gevolgd door een waanzinnig "silbern Lachen". Het slot - "Ich wollt' ich läg' auf der schwarzen Bahr'" gaat door merg en been. Met Die zwei blauen Augen draait ze het mes nog eens om in mijn hart. Voor de laatste strofe - "Auf der Strasse stand ein Lindenbaum" - vindt ze een moment van melancholie om tenslotte heel de zaal murw te maken met een uitstervende "Lieb und Leid, und Welt und Traum" tot het extreemste pianississississimo mogelijk.

Bij dit alles werd ze aan de piano begeleid door niemand minder dan Hartmut Höll. Hij kwam volledig in beeld voor het laatste "liedje" met kosmische dimensies: Der Abschied uit Das Lied von der Erde. Hij is niet altijd even trefzeker en is vaak te luid, maar een pianouitvoering van dit lied horen is altijd indrukwekkend. Zhang gaf een goede uitvoering, al heeft ze dit werk nog niet verinnerlijkt zoals de Gesellen-Lieder. Hoe dan ook, het was een fenomenaal recital om de dag mee te beginnen.

Tijdens het lunchrecital met Stuart Jackson werd een nieuw lied van Julian Philips opgevoerd. The Country of Larks zou vorig jaar moeten gecreëerd geweest zijn, maar de tenor was toen ziek en dus kregen we het dit jaar te horen (al heeft de première ondertussen al elders plaatsgevonden). Het is een werk met piano- en hoornbegeleiding, gebaseerd op "Autumn Effect" van Robert Louis Stevenson. Jackson zingt de vier doorgecomponeerde liederen met een grote lyrische tenor, de hoorn van George Strivens overheerst en duwt de piano van Jocelyn Freeman naar de achtergrond. De zanglijn deed me aan Britten denken. Halverwege het recital stond ook diens Canticle III: Still falls the rain geprogrammeerd. Alhoewel ik geen Britten-fan ben, was het wel een indrukwekkende en meeslepende uitvoering.

Tussenin hoorden we vier Brahmsliederen. Het leeuwerikthema van de Philips-cyclus kreeg een vervolg in Lerchengesang. An die Nachtigall kreeg een rustige en sfeervolle uitvoering. Het kinderlijk speelse Regenlied was het bruggetje naar Britten. Meer natuur- en jaargetijdenliederen volgden na Britten met vier liederen van Amy Beach met een swingende The Year's at the Spring en een intense Ah, Love, but a day. En als er dan toch een hoornist in de buurt is, dan moet je van de gelegenheid gebruikmaken om het recital af te sluiten met Schuberts Auf dem Strom. In dit repertoire vond ik Jackson minder overtuigend... de getormenteerde waanzin die hij bij momenten toont, doet me teveel aan Bostridge denken. Ook in dit lied was de piano quasi-onhoorbaar.


(foto © Carin Ekblom)

Het avondrecital begon zoals gewoonlijk met een jong liedduo. De Chinese bariton Jia Huang en de pianist Satoshi Kubo brachten ook een nieuw werk. Letters from Home is een cyclus van Alex Ho, die de volgende twee jaar de huiscomponist van het festival is en de opdracht gekregen heeft om nieuwe liedcycli te componeren. Deze Letters from Home werden reeds in februari voor het eerst opgevoerd. Het zijn vier liederen over een vader-zoon-relatie en de culturele en fysieke afstand tussen hen nadat de zoon van China naar Engeland verhuisd is. Het is een leuke cyclus, waarbij de liedtitels ook gezongen worden. Er zijn gesproken momenten, er wordt ook af en toe in het Chinees gezongen (wat de toekomstige uitvoerbaarheid meteen hypothekeert). Het laatste lied Dear Baba heeft effectvolle a capella-momenten.

Het recital van Camilla Tilling en Paul Rivinius begon met Mendelssohns heksenlied Andres Maienlied, daarmee verwijzend naar de "heks" Jenny Lind die midden de 19de eeuw haar publiek betoverde met haar gezang. Tilling onderbreekt de liederen regelmatig om over de Zweedse Nachtegaal te vertellen en dan vooral over haar vriendschappen met Mendelssohn en de Schumanns. Na tien jaar opera heeft ze nog decennialang rondgetrokken met liedrecitals. Ze was intens bevriend met Mendelssohn na hun ontmoeting in 1844 in Berlijn. Twee jaar later ontmoette ze toevallig Clara Schumann en ze traden nadien ook samen op.

Liederen van Mendelssohn en (Robert) Schumann waren dan ook de rode draad doorheen dit recital. De lichte sopraan van Tilling begint in de hoogte wel wat hard te worden en haar dictie is niet altijd even zuiver, maar ze geeft wel doorleefde en geëngageerde vertolkingen met een dromerige Auf Flügeln des Gesanges als een van de hoogtepunten. Na de Schumann-Mignon-liederen volgde ook een opwindende uitvoering van Philines Singet nicht in Trauertönen. Ze charmeert met Marienwürmchen en ontroert met Der Himmel hat eine Träne geweint (een lied dat ook op het programma van Jenny en Clara stond tijdens een legendarisch recital in 1850 in Hamburg waar Jenny onzichtbaar achter de pianoklep stond). Ze eindigden met An den Sonnenschein, naar verluidt het laatste lied dat Jenny Lind in publiek zong. Mendelssohns Neue Liebe was het onvermijdelijke bisnummer, kwestie van iedereen met een oorworm naar bed te sturen.

Publicatie: woensdag 26 oktober 2022 om 10:32
Rubriek: Liedrecital