Capriccio in München
Gisteren ging in het Prinzregententheater een "nieuwe" productie van Capriccio in première. Nieuw is ze vooral voor München, wij kennen de productie van David Marton van toen ze zes jaar geleden in het Muntpaleis te zien was.
Die Gräfin (foto © W. Hösl)
Uit de Brusselse ploeg is de dirigent Lothar Koenigs meegekomen, evenals de vertolkers van de Haushofmeister en La Roche. Kristinn Sigmundsson is nog altijd een goede La Roche, maar de glans is er wat vanaf en hij maakt niet meer de impact van indertijd in Brussel. De twee rivalen waren overtuigend bezet met een stralende Pavol Breslik als Flamand en een wat saaie Vito Priante als Olivier.
Maar iedereen keek uit naar het roldebuut van publiekslieveling Diana Damrau als Gravin Madeleine. Zoals verwacht kreeg ze een overdonderend applaus, maar ik bleef toch wat op mijn honger zitten. Ik kan begrijpen dat ze met haar temperament ook meer lyrische rollen wil zingen zoals deze Gravin, maar dat maakt dat er teveel momenten zijn waar ze over de grens zou moeten gaan. Ze doet dat gelukkig niet, maar dan verdwijnt haar stem en is ze al te vaak niet meer verstaanbaar. Dat neemt niet weg dat er wel mooie momenten zijn, in het bijzonder haar slotmonoloog. Het is dan ook dat moment dat blijft hangen.
Voor mij was de ster van de avond echter Michael Nagy als de Graaf. Ik ken hem vooral als liedzanger. En het zijn die kwaliteiten die hem ook tot een fantastische Graaf maken... een grote bariton die moeiteloos de zaal vult, gekoppeld aan een kraakheldere dictie en een expressieve tekstprojectie. Meer moet dat zijn, maar het is net dat wat enigszins ontbrak bij de andere protagonisten.
Publicatie: maandag 18 juli 2022 om 08:20
Rubriek: Opera