Italienisches Liederbuch in Sindelfingen*
Het "Kunstliedfestival Der Zwerg" staat al een tijdje op mijn verlanglijstje om eens te bezoeken. Ondanks corona gaat het festival dit jaar toch door, weliswaar voor een beperkt publiek. Maar dankzij corona wordt het ook live gestreamd, zodat ik het toch onverwacht kan meemaken. Vandaag stond Wolfs Italienisches Liederbuch op het programma.
Der Zwerg werd in 2012 gesticht door de bariton Johannes Held in zijn geboortestad Sindelfingen, op een boogscheut van Stuttgart. Hij treedt zelf in verschillende recitals op, zo ook deze avond... samen met de mezzo Silvia Hauer en de pianiste Pauliina Tukiainen. Johannes Held is een nieuwe naam voor mij, maar Sivlia Hauer heb ik al eens in Wiesbaden gehoord als een overrompelende Sesto. Zowel Held als Hauer zijn voorbeeldige liedzangers met een fantastische tekstbeleving, veel dynamische variatie en prachtige vocale kleuren.
Het Italienisches Liederbuch wordt vaak als een dialoog tussen de man en de vrouw opgevoerd, en dat is nu niet anders. Zoals vaak gebeurt, gooien ze alle liederen door elkaar, al worden wel de steunberen bewaard: het eerste deel begint met Auch kleine Dinge en eindigt met Ein Ständchen Euch zu bringen kam ich her, het tweede deel gaat van Was für ein Lied tot Ich hab' in Penna einen Liebsten wohnen. Omwille van de afstandsregels is er wat heen-en-weer-geloop, waardoor de interactie tussen beide zangers wel iets minder is dan gewoonlijk.
Johannes Held heeft een honingzoete bariton, waarmee hij de eerste keer ontroert met een mooi mezza voce gezongen Der Mond hat eine schwere Klag' erhoben of later nog eens met een intiem verstild Heut' Nacht erhob ich mich. Een hoogtepunt van uitdrukkingskracht was Ein Ständchen, net als de passionele liefdesverklaring Heb' auf dein blondes Haupt. Het is de zangeres die de meeste grappige liederen zingt, maar hij krijgt wel Geselle, woll'n wir uns in Kutten hüllen wat hem de mogelijkheid biedt om verschillende stemmetjes uit zijn keel te toveren.
Dat laatste lied was onderdeel van de eerste komische finale, waarin Hauer haar stem lichtjes verzwaart voor Ich liess mir sagen of bedenkelijk kijkt bij de haperende vioolevocatie in het hilarische Wie lange schon war immer mein Verlangen. Aan het andere eind van het spectrum, laat ze de emoties los in Mir ward gesagt of zingt ze Mein Liebster singt als een aangrijpend lamento. In Nicht länger kann ich singen gaat ze in dertig seconden van verontwaardiging tot een doorleefde teleurstelling. Ook Ich esse nun mein Brot nicht trocken mehr is een sterk staaltje van hoe een liedzangeres van de ene emotie naar de andere moet overschakelen. De dramatiek van Verschling' der Abgrund blijkt geen probleem te zijn, na de glimlach van Mein Liebster ist so klein.
Dramaturgische lijnen worden uitgezet op de klassieke manier. Hauer begint het geruzie met een hooghartige vertolking van Nein, junger Herr. Held geeft zijn verontwaarding de vrije loop in O wüsstest du, wie viel ich deinetwegen. Met Wie soll ich fröhlich sein vliegen de verwijten verder in het rond. Hij probeert met een verzoenende Und steht ihr früh am Morgen auf de brokken te lijmen, maar met Schweig' einmal still slaat ze alles weer aan diggelen. De tweede verzoeningspoging van Nun lass uns Frieden schliessen lijkt te lukken. Met Wir haben beide lange Zeit geschwiegen is alles terug peis en vree. Tot in het tweede deel van de avond... als ze het weer op haar heupen krijgt met Wer rief dich denn.
Ondanks de afstand die door de livestream geschapen wordt, kwam het enthousiasme goed over. De klankkwaliteit is ook zeer goed. In de loop van volgende week staan er nog een paar liedrecitals op het programma. Online krijg je een kwartiertje vooraf nog een inleiding en interviews. En zeg nu zelf, voor 10 euro kan je toch niet sukkelen...
Publicatie: zaterdag 1 augustus 2020 om 21:55
Rubriek: Liedrecital