Il Grand' Inquisitor

Robert le diable in het PSK

Robert le diable is één van die iconische grand-opéras waar alle operafans wel al van gehoord hebben, maar die zo goed als nooit opgevoerd worden. De Munt waagt wel een uitvoering, weliswaar concertant. Het is een ware triomf, dankzij een goede tot zeer goede bezetting.


Lisette Oropesa

Meyerbeers opera behoort tot de pioniers van de grand-opéra, samen met "De stomme van Portici" en "Guillaume Tell". Hij ging in 1831 in première en was meteen een ware hit: drie jaar later zaten ze in Parijs al aan hun 100ste uitvoering. Je kan Robert le diable tot de reeks Faustiaanse opera's rekenen. De duivel Bertram probeert de menselijke ziel van Robert, nota bene zijn eigen zoon, te veroveren. Tijdens een kathedraalscène wordt hij gered door zijn zoogzus Alice. Er is ook nog een liefdesgeschiedenis in het spel tussen Robert en prinses Isabelle.

Zoals gezegd heeft de Munt een uitstekende bezetting verzameld rond dirigent Evelino Pido, tot en met de kleinere rolletjes. Zo krijgen we Pierre Derhet, die vorig jaar een beloftevolle Cosi-Ferrando was tijdens de Mozartiade, te horen als een heraut met een ruime en presente tenor. Julien Dran zingt Raimbauts ballade "Jadis régnait en Normandie" (vergelijkbaar met de Trovatore-ballade van Ferrando) met een heldere en goed projecterende stem.

De derde tenor van dienst is voor de titelrol. Robert le diable leunt nog dicht aan bij het Rossiniaans belcanto en dan is het niet zo ver gezocht om daarvoor Dmitry Korchak te engageren. Hij zit weliswaar vaak met zijn hoofd in de partituur en maakt amper oogcontact met het publiek, maar hij maakt wel indruk met zijn talloze hoge noten. Hij zingt het gebed "Oh, ma mère" met lang legato en gevarieerde hoge noten... de ene keer met volle stem, de andere keer met voix mixte. Dat Robert een moordende tessituur gekregen heeft, begint duidelijk te worden halverwege het derde bedrijf als zijn hoge noten stilaan beginnen uit te dunnen.

De ontegensprekelijke ster van de avond was de Isabelle van Lisette Oropesa. Ik heb haar al een paar keer in cinemavoorstellingen gehoord, meest recent als Marguerite vanuit Parijs, maar dit was mijn eerste live ervaring. De cinema-versie van Oropesa is maar een schaduw van hoe ze in het echt klinkt. Meteen met haar openingsaria "En vain j'espère" zit haar stem juist. Ze zingt met een pakkende frasering, haar hoge noten klinken fantastisch met daarenboven mogelijkheid tot dynamiek van piano tot forte, coloraturen hebben diepgang en met dat alles kan ze nog eens ontroeren ook. Haar paradestuk komt in het vierde bedrijf met de cavatina "Robert, toi que j'aime". Dat zou een saaie aria kunnen worden met een paar honderd herhalingen van "grâce pour toi", maar bij Oropesa blijf je luisteren naar alle smekende nuances die ze weet op te roepen, maar telkens met een ondertoon van het hartzeer dat ze voelt. Het einde van de aria geeft ze een voorwaartse stuwing mee die onvermijdelijk leidt tot een minutenlange ovatie.

In vergelijking met Oropesa valt de twee sopraan, Yolanda Auyanet als Alice, ietwat uit de toon... en dat mag je zelfs letterlijk nemen. We hebben haar vorig jaar kunnen horen als Leonora in Luik en mijn bedenkingen toen zijn nog altijd van toepassing. Ze is op haar best in de recitatieven, als ze met haar voluptueuze stem en dwingende frasering de aandacht opeist, bijvoorbeeld in de aanloop naar haar romance "Va, dit-elle". Maar haar hoogte is schreeuwerig en te vaak net naast de toon waardoor ook haar coloraturen onzekerder klinken. Dat was vooral pijnlijk in het onbegeleide trio "Fatal moment, cruel mystère" dat gekenmerkt wordt met extreme tessituurverschillen tussen de hoge noten van Alice en de diepste noten van Bertram.

De Franse bas Nicolas Courjal is als Betram eigenlijk de enige die de hele avond gelijke tred kan houden met het niveau van Oropesa. Hij heeft een fantastisch timbre van houten orgelklanken, ook zijn diepste noten dragen uitstekend in de grote zaal van het PSK. Hier hebben we een bas die in het duo-bouffe "Ah, l'honnête homme" zelfs een meer dan behoorlijke triller kan zingen. Duivels zijn altijd dankbare rollen, zeker voor een zanger die extreem veel aandacht geeft aan de tekst, zoals tijdens zijn grote scène "Nonnes qui reposez", gezongen met bakken kleur en expressie. De liedfanaat in mij likte duimen en vingers af.

Voor wie de voorstelling gemist heeft... Klara zal het op 4 mei uitzenden.

Publicatie: woensdag 3 april 2019 om 17:53
Rubriek: Opera