Tosca in Düsseldorf
In 2002 presenteerde Dietrich W. Hilsdorf zijn versie van Tosca. De opera van Düsseldorf herneemt nu deze relatief oude productie.
Tosca (foto © Hans Jörg Michel)
Het eerste bedrijf schept de verwachting dat we afstevenen op een oerklassieke voorstelling. Het enige onverwachte is dat Tosca op het hoogtepunt van haar jaloezie Scarpia passioneel kust. Het tweede bedrijf opent in het Palazzo Farnese en het eerste wat de aandacht trekt, is een grote muurschildering met de koepel van het Vaticaan op de achtergrond en de Engelenburcht op de voorgrond.
Dan zien we in een hoek van de kamer de koster die een lavabo aan het repareren is. Scarpia's macht strekt zich uit tot in de kerk. Zijn tafel is gedekt met als gasten Cavaradossi... en Angelotti. Het maakt al de ondervragingen en folteringen van het tweede bedrijf zinloos als Scarpia Angelotti al in zijn macht heeft. Hij gaat nog een stapje verder op het moment dat Tosca binnenkomt. Hij laat haar boeien en blinddoeken. Scarpia's sadistische pretjes kennen geen limiet als hij Cavaradossi laat folteren terwijl Tosca naast haar geliefde aan tafel zit.
Er is geen echte scènewisseling naar het derde bedrijf. De muur met de Romeinse skyline wordt opgetrokken tijdens het ochtendlijk klokkenintermezzo. Het schaapherdertje - een lid van het kinderkoor - mag downstage haar ariaatje zingen, gekleed als een mini-Toscaatje. Ondertussen zit Scarpia nog altijd dood op zijn stoel, Cavaradossi komt binnengewandeld en Scarpia verrijst tijdelijk als de gevangenisbewaker. De rest van het bedrijf verloopt normaal, tot Tosca op het einde richting orkestbak wandelt. Net als je denkt dat ze in de orkestbak gaat springen valt ze op de grond terwijl het doek achter haar valt.
Er hebben al verschillende sopranen in deze productie gezongen. Deze keer is het de beurt aan Morenike Fadayomi, de huis-spinto in Düsseldorf. De laatste keren dat ik haar gehoord - zelfs als derde Norn de dag ervoor - was ze nooit op haar best. Maar het Italiaans spinto-repertoire zit haar als gegoten. Er zijn wel een paar twijfelnoten, maar in het algemeen is ze een overtuigende Tosca: hysterisch in haar jaloezie, vastberaden in haar liefde en ontroerend in "Vissi d'arte".
De Spaanse tenor Eduardo Aladrén is een nieuwe naam voor mij. Hij is een uitstekende Cavaradossi met het juiste timbre, een homogene stem met stevige topnoten, voldoende vocaal gewicht voor de dramatische momenten en hij bezit ook de lyriek voor "E lucevan le stelle". James Rutherford, die in Duisburg ook Wotan zingt, is een zeer tekstgeoriënteerde Scarpia die zowel verleidt als venijnig uit de hoek kan komen. Zijn timbre doet soms wat aan dat van Bryn Terfel denken.
Publicatie: zaterdag 3 november 2018 om 09:11
Rubriek: Opera