Il Grand' Inquisitor

Das Rheingold in Düsseldorf

De vorige Ring-cyclus van de "Oper am Rhein" dateert al van 1990-1991. Na meer dan 25 jaar moeten ze gedacht hebben dat het tijd was voor iets nieuws en kreeg regisseur Dietrich W. Hilsdorf de opdracht voor een nieuwe productie. Das Rheingold ging vorige week in première.


Wellgunde, Woglinde, Alberich (foto © Hans Jörg Michel)

Ik heb de oude productie van Kurt Horres nooit gezien, met uitzondering van Götterdämmerung. Hilsdorf heeft eerder al Die Walküre geregisseerd in Essen, maar dit is zijn eerste volledige Ring en hij begint meteen met een raadseltje. We zien een proscenium-boog met een rood doek. Er verschijnt een man die vuur uit zijn handen tovert, uiteraard Loge, en die zegt: "Ich weiss nicht was soll es bedeuten... Es...", en dan begint pas de muziek.

Dit is de eerste zin van een Heine-gedicht, dat vooral bekend is als het lied "Die Loreley" van Franz Liszt. De verwijzing naar Wagner via Liszt en de verleidelijke Rijndochters zijn evident. De herhaling van "Es" verwijst uiteraard naar het mi bemol-majeur-akkoord waarmee de Ring begint. Maar zou het ook een bekentenis van Hilsdorf kunnen zijn ? Nu, hij heeft het libretto goed gelezen en verschillende elementen zijn aanwezig. Wotan heeft een speer en een zwaard (waarmee hij Alberichs hand afhakt om de ring te pakken te krijgen), Donner heeft een voorhamer, Erda stijgt op de grond en er is zelfs een regenboog !

De voorstelling van Loge als een meester-tovenaar of grote manipulator is niet zo origineel, maar wel dat hij er al van in het begin bij is... het is ook Loge die Alberich binnenbrengt bij de Rijndochters. Alles speelt zich af in een eenheidsdecor van Dieter Richter. Achter de proscenium-boog zien we een ruime kamer met houten lambrizering, het zou een toneel van een varieté-theater kunnen zijn met de Rijndochters als cancan-danseressen of andere meisjes van lichte zeden. Een stalen trap wordt enkel door hen en Loge gebruikt... en uiteraard door Alberich om zijn "garstig glatter glitschiger Glimmer" visueel te ondersteunen. De achterwand bestaat uit een gigantisch venster waar we de gespiegelde wereld zien van wat zich in de kamer afspeelt maar toch niet helemaal synchroon.

Alberich en Mime zien er met hun lange zwarte jassen en bolhoeden joodsachtig uit. Alberich heeft daarenboven een bochel en misvormde voet. Ze zijn de tegenhangers van de reuzen op plateauschoenen en met hoge hoed om ze wat indrukwekkender te maken, het zouden schoorsteenvegers kunnen zijn. De transformatie van Alberich in draak en pad zijn goed gedaan. Persoonlijk vind ik het een geslaagde en eerlijke productie. Het blijft uiteraard de vraag hoe het verder ontwikkeld wordt.


Wotan (foto © Hans Jörg Michel)

De bezetting bestaat deels uit leden van het Dusseldorfs ensemble. De Rijndochters vormen een mooi trio, aangevoerd door een prachtige Anke Krabbe als Woglinde. In het eerste tafereel zingt zij de tekst die de aanleiding is tot de hele miserie:

Nur wer der Minne Macht versagt,
Nur wer der Liebe Lust verjagt,
Nur der erzielt sich den Zauber,
zum Reif zu zwingen das Gold.

Wagner schreeft er meteen de mooiste melodie van de hele opera voor. Maar het is vooral de verleidelijk manier - herinner de Loreley - waarop ze dit Alberich influistert, dat dit voor mij tot hét moment van de avond maakte.

Wie zich de Michael Kraus herinnert van toen hij 20 jaar geleden in de Vlaamse Opera Billy Budd, Papageno of Dandini zong, zal waarschijnlijk niet kunnen bevroeden hoe hij het tot Alberich gebracht heeft. En eigenlijk is hij dat ook niet. Hij is in essentie nog altijd een lyrische bariton met wat rauwere kantjes, maar zijn stem heeft zoveel kleur gekregen dat hij puur op tekstvertolking een overtuigende Alberich wordt. De liedfanaat in mij likte duimen en vingers af.

Simon Neal begon verrassend zwak als een Wotan met weinig legato en iets teveel Sprechgesang. Maar heel snel zit hij op het juiste spoor en zingt hij een Wotan met autoriteit en stevige bariton. Zijn slot is even verrassend, als hij voor zijn groot moment Walhalla begroet met "Abendlich strahlt der Sonne Auge". Hij lijkt meer te willen gaan roepen en daardoor verdwijnt de kern uit zijn stem. Hopelijk houdt zijn stem stand tijdens de Walküre-Wotan. Renée Morloc was daarentegen een vrij bleke Fricka, die hopelijk ook een tandje bijsteekt voor de volgende aflevering.

Norbert Ernst is in de eerste plaats een goed zingende Loge, zonder in de val van de karakteristieke karaktertics te vervallen. Tenslotte moet ook het uistekende Reuzen-paar van Bogdan Talos als een verliefde Fasolt en Thorsten Grümbel als een bijtende Fafner vermeld worden.

Publicatie: maandag 26 juni 2017 om 17:49
Rubriek: Opera