Il trittico in Aken
Het is al van 2002, met de herneming van de Carsen-productie in Antwerpen, geleden dat we bij ons Il trittico gehoord hebben. Wie Puccini's drieluik nog eens wil zien kan deze dagen even de grens overwippen naar Aken waar een nieuwe productie van Mario Corradi te zien is.
Luigi, Giorgetta (foto © Carl Brunn)
Corradi probeert niet expliciet een verband te zoeken tussen de drie opera's, maar er wordt wel één gemeenschappelijk decorelement gebruikt. Een soort C-vormige constructie zweeft boven de Parijse kaai, is tevens de kapel van de nonnetjes en wordt de achterwand met een groot venster dat uitziet op de skyline van Firenze.
Elke opera krijgt wel een gelijkaardige opbouw. Nog voor de muziek begint, is er een voorafje. Zo zien we voor Il tabarro hoe Giorgetta per ongeluk haar baby verstikt, hoe de pasgeboren baby van de toekomstige zuster Angelica afgenomen wordt en zien we dat Lauretta eigenlijk zwanger is. Corradi verplaatst alle opera's ook naar een welbepaalde periode tijdens de 20ste eeuw: Il tabarro in de jaren '90, Suor Angelica in de jaren '60. En via de boventitels (die trouwens ook in het Nederlands zijn) lezen we dat Gianni Schicchi zich heel specifiek op 1 september 1939 afspeelt... de dag dat Duitsland Polen binnenviel. De Donati's zijn trouwens Mussolini-fans, blijkens diens levensgrote foto boven Buoso's doodsbed.
Voor de rest is het een vrij traditionele Il trittico... al schiet Michele zich op het einde van Il tabarro een kogel door het hoofd. Suor Angelica krijgt een weinig dynamische behandeling van de nonnetjes: ze staan links en rechts op een rij en komen naar voor als ze hun stukje moeten zingen. Suor Angelica blijkt wel een zwart zoontje gebaard te hebben.
Gianni Schicchi, familie Donati (foto © Carl Brunn)
De meest geslaagde vertolking kwam van Enrico Marabelli. De laatste jaren hebben we hem al verschillende keren in Rossini-rollen in Luik gehoord. Hij is een grappige Schicchi met een prachtige tekstprojectie. Woong-jo Choi heeft wel het perfecte, ronkende timbre voor Michele, maar "Nulla, silenzio" is vrij monotoon en hij verknoeit zijn slotclimax van "la pace è nella morte".
De Slovaakse Linda Ballova is vooral een overtuigende Giorgetta. Ze zingt ook een ontroerende Suor Angelica, al beginnen haar topnoten op het einde van "Senza mamma" onaangenaam te klinken. Marion Eckstein is een eerder lyrische Zia Principessa.
Het is vrij origineel om Luigi en Rinuccio door dezelfde zanger te laten zingen. Alexey Sayapin is hoofdzakelijk een lyrische tenor. Zijn stralende vertolking van "Firenze è come un albero fiorito" was dan ook overtuigender dan "Hai ben ragione". Hij probeert zijn stem wel spinto-achtiger te laten klinken, maar dat kan niet verhullen dat hij problemen heeft met het dramatische Tabarro-orkest. Suzanne Jerosme was tenslotte een warme Lauretta, die "O mio babbino caro" met stijlvolle portamenti zong.
Publicatie: maandag 23 januari 2017 om 10:56
Rubriek: Opera