La bohème in Frankfurt
Gisteren liep er veel jeugdig volk rond in de opera van Frankfurt. La bohème is dan ook een voor de hand liggende keuze om mensen warm te maken voor opera. De grauwe productie van Alfred Kirchner is dan wel niet helemaal traditioneel, maar ze leidt ook niet tot wenkbrauwengefrons. Hét aandachtspunt van deze voorstelling was echter de opvallend jonge bezetting.
Grazia Doronzio zong de titelpartij. Ze begon nog enigszins haperend met "Mi chiamano Mimi", maar haar stem bloeide mooi open in het aansluitend duet. Haar eerste grote ontroeringsmoment kwam met "Donde lieta usci" als ze op een aangrijpende manier afscheid neemt van Rodolfo.
Haar Rodolfo was de Roemeense tenor Teodor Ilincai. Hij heeft een gigantische, zij het lyrische, stem die moeiteloos door het orkest gaat. Zijn overgangsnoten - vooral dan in "Che gelida manina" - zijn nog wat kleurloos, maar zijn hoogte is uitstekend met warmte en kleur. Hij zingt die hoge noten wel meestal als een losstaande noot, zonder ze organisch te integreren in de tekst die hij zingt... maar ongetwijfeld een zanger om in de gaten te houden.
Musetta werd gezongen door de Amerikaanse Brenda Rae. Ze heeft een lichte hoge sopraan, die volgens mij eerder geschikt is voor het Gilda-en-Olympia-repertoire dan voor Puccini. Ze weet wel te schitteren in haar wals, maar alles wat eraan voorafgaat draagt niet in de zaal... en tijdens het slot van het derde bedrijf verdwijnt ze volledig in het orkest. Hetzelfde geldt min of meer voor de Marcello van Daniel Schmutzhard. Hij heeft een mooie lyrische bariton, maar als het orkest aanzwelt tijdens de dramatischere momenten, dan komt hij wat slagkracht tekort. Hoedanook zijn dit ook twee zangers die ik wel wil terughoren in iets geschikter repertoire.
Publicatie: zondag 14 oktober 2012 om 09:36
Rubriek: Opera