Il barbiere di Siviglia in Riga
Il barbiere di Siviglia in de enscenering van Aik Karapetian zou beter "Il barbiere di Parigi" heten. Om een of andere reden, situeert hij de opera ten tijde van de Franse revolutie, maar doet verder weinig met dat idee.
Halverwege de ouverture worden oude erotische tekeningen geprojecteerd op een scènebreed guillotine-mes, eindigend bij het bekende Liberté-schilderij van Delacroix. Op de achtergrond van het eerste bedrijf zien we ook het silhouet van een guillotine, de soldaten zijn gekleed als Franse revolutionairen en Figaro betrekt zijn pruiken van geëxecuteerden. Maar fundamenteel wordt dat concept niet verder uitgewerkt... voor zover dat al zou kunnen.
Grosso modo is het een vrij traditionele enscenering, zij het met een paar Grand Guignol-moment als "dokter" Bartolo bloederig een been amputeert met een botte zaag of als Figaro's pruiken op geguillotineerde hoofden blijken te staan. Rosina zit - vrij klassiek - opgesloten in een kooi, die met een katrol omhoog getrokken wordt om haar het ontsnappen te beletten.
In de bezetting viel de jonge Turkse tenor Tansel Akzeybek op als een fantastische Almaviva. Bij hem geen Rossini-gemekker, maar een zuivere en verleidelijke, honingzoete toon met gemakkelijke hoogte, inclusief trillers, vlotte coloraturen en extra hoge geïnterpoleerde nootjes, en een voorbeeldige dictie.
Evija Martinsone is een sopraan-Rosina (de bekendste Letse mezzo van het moment, Elina Garanca, was waarschijnlijk niet beschikbaar). Haar interpretatie van "Una voce poco fa" liet te wensen over. De komische timing zat er net naast en ze voegde wat misplaatste lachjes toe. Voor de rest is ze wel een degelijke Rosina. Vooral haar zangles was schitterend en daar zat haar timing en de interactie met Almaviva wel goed.
Andrei Jilichovski was een goede Figaro. "Largo al factotum" was hoogst origineel versierd met veel falseteffecten. Maar hij heeft een gebronsde bariton met een stralende hoogte, waarin ik al de kiemen van een toekomstige Verdi-bariton meen te ontwaren. Met Piotr Micinski kregen we bas te horen in de rol van Bartolo. Hij weet de klippen van de ratelmomenten, zoals op het einde van "A un dottor dell mia sorte", handig te omzeilen zonder echt zuiver te ratelen.
Tenslotte wil ik nog de Berta van Ilona Bagele vermelden. Zonder de Filepjevna-make-up van een dag eerder, ziet ze er een stuk jonger uit. Berta mocht haar sorbetariaatje "Il vecchiotto cerca moglie" zingen. Ze deed dat zo overtuigend dat ik me afvroeg hoe zij zou klinken als Rosina...
Publicatie: vrijdag 8 juni 2012 om 08:08
Rubriek: Opera