Il Grand' Inquisitor

De onzichtbare stad Kitesj in Amsterdam

De legende van de onzichtbare stad Kitesj en het meisje Fevronja - een hele mond vol - is de volledige titel van de opera van Rimski-Korsakov die de Nederlandse Opera opvoert. Het is een opera die buiten Rusland nauwelijks tot nooit opgevoerd wordt en ik was dan ook met hoge verwachtingen naar Amsterdam gereden. Muzikaal werden die verwachtingen grotendeels ingelost, scenisch een stuk minder.


foto © Monika Rittershaus

De principiële keuze bij een enscenering is altijd hoe trouw de regisseur moet blijven aan het libretto. Persoonlijk vind ik dat een opera, die pakweg 99% van het publiek niet kent, weinig experimenteerruimte laat. Maar Dmitri Tcherniakov denkt daar duidelijk anders over. De overlevering leert ons dat deze opera beschouwd wordt als de Russische Parsifal en het is vooral deze mystieke kant die Tcherniakov benadrukt, zonder een echt leesbare productie te maken. Na zijn mislukte Macbeth in Parijs is dat natuurlijk geen echt grote verrassing.

Het begint nochtans goed. We zien de titelheldin Fevronja in het sprookjesachtige eerste bedrijf in haar huisje in het bos temidden van de dieren - Het sluwje vosje is niet veraf - waar ze haar prins ontmoet. Dat houten huisje lijkt Tcherniakov gerecycleerd te hebben uit zijn Dialogues des Carmélites in München.

In de twee centrale bedrijven zien we de drie incarnaties van de stad Kitesj en dan begint het fout te lopen. De stad is een lelijke betonnen wereld vol marginalen (in het "zondige" tweede bedrijf) en een soort asielcentrum in een sporthal (in het "rijke" derde bedrijf), die wel vaker door Russische en ex-Oostblokregisseurs verward wordt met een hoge actualiteitswaarde. Het derde bedrijf bevat toch een aantal mooie momenten, zoals de voorbereiding tot de veldslag waarin het koor schittert. Maar halverwege het derde bedrijf zouden we terug buiten Kitesj moeten zijn om de stad te zien verdwijnen. Rimski-Korsakov heeft voor die scènewisseling zelfs een uitvoerig intermezzo geschreven, maar die hint werd niet opgepikt. In de plaats vallen de Tataren de sporthal binnen en is er geen enkel verband meer tussen de enscenering en het libretto en wordt de enscenering onzinnig.

In het laatste bedrijf zijn we terug in het woud, Fevronja en Grisjka zijn op de vlucht... uiteraard op blote voeten. De verlossing en de visioenen van Fevronja in het paradijselijke Kitesj zijn terug even idyllisch als het eerste bedrijf. Rimski-Korsakov is wel iets te breedvoerig in zijn aanpak en kan mijn aandacht niet tot het einde vasthouden.

De overwegend Russische bezetting presteert behoorlijk goed. Svetlana Ignatovich, eerder ook al een aangrijpende Suor Angelica in Dortmund, is een overweldigende Fevronja. Naarmate de avond vordert, wordt ze alsmaar beter met een stem die elk bedrijf groter wordt tot ze heel de zaal omarmt. Maxim Aksenov heeft daarentegen een relatief kleine stem voor Prins Vsevolod. John Daszak heeft niet de mooiste stem, maar weet de dronkaard Grisjka toch overtuigend gestalte te geven. Alexey Markov was een sonore Fjodor en Vladimir Vaneev een correcte en nobele Prins Joeri.

Publicatie: maandag 27 februari 2012 om 19:44
Rubriek: Opera