Il Grand' Inquisitor

Il ritorno d'Ulisse in patria in Antwerpen

In 1991, op een paar maanden na 20 jaar geleden, had ik een kaartje gekocht in de Antwerpse opera voor Il ritorno d'Ulisse in patria. Het was mijn eerste live operavoorstelling en toen vond ik alles nog fantastisch. Ondertussen ben ik iets kritischer geworden en heeft bijvoorbeeld Monteverdi het nooit tot mijn top-20 van favoriete operacomponisten geschopt. Maar dat neemt niet weg dat Michael Hampe een leuke productie van Il ritorno gemaakt heeft en dat Federico Maria Sardelli een overtuigende bezetting leidt.


foto © Annemie Augustijns

Michael Hampe heeft zich laten inspireren door de barokke ensceneringsgeschiedenis. Ik kan me voorstellen dat een verloren gelopen 17de eeuwse Venetiër niet al teveel de wenkbrauwen zou fronsen als hij deze productie zou zien... alhoewel die Venetiër ongetwijfeld nog veel meer spektakel en speciale effecten zou verwachten. Maar spektakel is er wel degelijk, Neptunus die oprijst uit de golven, Minerva en Jupiter die door de lucht zweven, de aarde die zich opent om Ulisse met veel rook op te slokken. Het is allemaal heel onderhoudend, maar de machinerie werkt niet altijd even geruisloos.

Zoals gezegd, kunnen de meeste opera's die meer dan 300 jaar oud zijn me maar matig boeien. Na een paar uur recitatieven aanhoord te hebben, begin ik toch wel naar een "echte" aria te hunkeren. Maar al die recitatieven kunnen wel wat expressieve zeggingskracht ontlokken aan de zangers. Op dat vlak schoot Furio Zanasi als Ulisse de hoofdvogel af. Hij overdrijft nooit en zingt als een volleerde madrigaalzanger met oog voor detail en de betekenis van het woord.

Marianna Pizzolato presteert op dat vlak iets minder. Ze heeft wel een mooie romige mezzo, maar haar Penelope ontlokte op geen enkel moment empathie bij mij. De andere mezzo, Lucia Cirillo als Minerva, was bijvoorbeeld een stuk boeiender om naar te luisteren. En ook de buffo-partij van Iro, gezongen door Robert Wörle, is een dankbare rol voor een stemmenkunstenaar die niet terugschrikt om vocale effectjes te gebruiken.

Bij de kleinere rollen viel de stevige tenor van Eduardo Santamaria als Eumete op. Het pastoraal koppel van Melanto en Eurimaco werd gevormd door Julianne Gearhart en Gijs Van der Linden. Gearhart, die net als Santamaria deel uitmaakt van het seizoensensemble van de Vlaamse Opera, was minder goed als in vorige producties. Ik had de indruk dat ze probeerde om haar stem meer barok-correct te laten klinken. Gijs Van der Linden liet een mooie homogene tenor horen.

Tenslotte nog even terug naar 1991. Mijn kaartje op het eerste amfitheater kostte indertijd 450 Belgische franken, oftewel ca. 11 euro. Diezelfde plaats kost vandaag 19,50 euro...

Publicatie: woensdag 1 juni 2011 om 18:25
Rubriek: Opera