Il Grand' Inquisitor

IMKEB 2011 - Finale, dag 4

De laatste drie finalisten van de Koningin Elisabethwedstrijd is een uiteenlopend trio van stemtypes en nationaliteiten.

De Servische bariton Nikola Diskic begon en eindigde met dezelfde werken als in de eerste ronde. Hij heeft een grote stem die goed projecteert, maar daarmee is dan ook het beste gezegd. Net zoals in de eerdere rondes gaat alles goed zolang hij kan doorzingen, maar als hij een piano of mezza voce probeert, dan duiken er wat onstabiele noten op. Hij heeft wel handig zijn programma samengesteld zodanig dat het in de vier eerste werken niet echt opvalt als er geen piano gezongen wordt.

Handels Revenge, Thimotheus cries klonk slagvaardig, zij het met een zwakker middendeel dat iets te laag leek te liggen. Gott sei mir gnädig uit "Paulus" was ook redelijk goed gezongen in uitstekend Duits. In Malatesta's Bella siccome un angelo spant hij samen met Carlo Rizzi voor een vermakelijke opvoering, met een open stem gezongen. Hij zong ook een idiomatische O vin, dissipe la tristesse uit "Hamlet" vooraleer weer te eindigen met de sterfscène van Rodrigo uit "Don Carlo". Hij blijkt nog altijd niet te weten dat Rodrigo doodgeschoten wordt voor O Carlo, ascolta... ondanks het feit dat hij een paar keer "Io morro" zingt. Alles bij elkaar een middelmatige prestatie.

De Franse tenor Stanislas de Barbeyrac begon heel dapper met het Ingemisco uit het Verdi-Requiem. Maar zijn hoogte is te zwak om daar meteen mee uit te pakken. Zijn topnoten moet hij zelfs in falset zingen en op het einde kraakt hij net niet. Vreemd voor een Fransman, maar ik verstond geen woord van de twee liederen uit "Les Illuminations". Het eerste lied, Antique, klonk zelfs de hele tijd vals... maar dat kan ook aan Britten liggen.

Don José's La fleur que tu m'avais jetée klinkt nooit comfortabel. Ook hier weer moet hij de beruchte hoge noot falsetto nemen, om de traditionele diminuendo te omzeilen. Na een intelligente vertolking van Die zwei blauen Augen uit "Lieder eines fahrenden Gesellen" rondde hij af met Lenski's Kuda, kuda. Deze aria ligt wel comfortabel in zijn stem en hij kon zijn emoties onder controle houden, waardoor hij toch nog mooi eindigde.

De Amerikaanse sopraan Elizabeth Zharoff - met haar 25 jaar tevens de jongste van de twaalf finalisten - had in de vorige rondes al indruk gemaakt met haar ruime stem en goede techniek. Ik verwachtte dat het metaal in haar stem goed zou klinken in het PSK en dat doet het ook. Haar stem projecteert fantastisch in deze grote zaal en op geen enkel moment komt ze in de problemen ten opzichte van het orkest.

In haar programma wisselde ze eerder verhalende, haast parlando, werken af met bravoure-stukken. Zo begon ze met de aria S podroezkjami van het Sneeuwmeisje, gevolgd door een goed bestudeerde Regnava nel silenzio. Het probleem dat ik had met haar interpretatie is dat ze deze aria zong alsof het al Lucia's waanzinaria is. De Quando rapito in estasi was wel goed, zij het zonder memorabele trillers. Annes No word from Tom uit "The Rake's progress" is een perfecte partij voor haar stem. Ze voerde het quasi-perfect uit, maar ik voelde geen emotie. Net zoals in de eerste ronde, eindigde ze met een weergaloze Martern aller Arten, maar ook hier riep ze weinig gevoelens op bij mij. Desalniettemin is het een beloftevolle zangeres.

Daarmee hebben we de twaalf finalisten gehoord. Om deze reeks te besluiten, wil ik afronden met mijn lijstje van de zes laureaten. Voor de volledigheid heb ik ook de zes "verliezers" geklasseerd.

Nu is het enkel nog wachten op de officiële uitslag, oftwel de loterij (dixit Jard van Nes), van de jury.

Publicatie: zaterdag 21 mei 2011 om 22:24
Rubriek: Concert